18376 |
hoge klomp? |
holleblok:
WNT: holleblok, zie holblok.
hoͅle bloͅkə (Q093p Rosmeer)
|
klomp met hoge huif, hoge klomp, zonder riem gedragen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18352 |
hoge rijgschoen |
bottine:
boͅtinə (Q093p Rosmeer)
|
rijgschoenen, hoge ~ voor dames [petiens, bottines] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18350 |
hoge schoen met elastieken tussenstukken |
brodequin (fr.):
[sic]
boͅtəkizə (Q093p Rosmeer)
|
schoenen, hoge ~ met elastieken tussenstukken in de schacht [boddekeens] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18349 |
hoge waterdichte schoen |
jagerschoen:
jeͅgəršy (Q093p Rosmeer)
|
schoenen, hoge waterdichte ~ met waterkap [snöwschoen, tongschoen] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24324 |
hommel |
hommel:
ook in ZND 01, a-m
hommel (Q093p Rosmeer)
|
hommel [ZND 27 (1938)]
III-4-2
|
25062 |
homp, brok, klont |
kluit:
kleet (Q093p Rosmeer)
|
kluit [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
19784 |
hond |
hond:
hoont (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer),
hōnt (Q093p Rosmeer)
|
hond [ZND 01 (1922)], [ZND m], [ZND m]
III-2-1
|
34567 |
hondenkar |
hondskar:
hǫnskār (Q093p Rosmeer)
|
Kleine kar die door een hond getrokken wordt en die voornamelijk gebruikt werd voor het vervoer van allerlei kleine hoeveelheden. [N 17, 15a; JG 1a; N G, 51; monogr]
I-13
|
21622 |
honderd frank |
schijf:
ps. omgespeld volgens Frings.
šēͅjf (Q093p Rosmeer)
|
100 franc, een ~ (wit metaal) [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21043 |
honing |
honing:
hwøneŋ (Q093p Rosmeer),
wøneŋ (Q093p Rosmeer)
|
Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.]
II-6
|