21660 |
verhogen |
opslaan:
ps. letterlijk omgespeld volgens Frings.
oͅpslōͅu̯wə (P107a Rummen),
ps. niet omgespeld!
opgəsloagə (P107a Rummen)
|
verhogen, iets in prijs ~ [opsteken? b.v. de eieren zijn opgestoken?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34171 |
verkeerd liggen |
het achterste voor kalven:
het achterste voor kalven (P107a Rummen)
|
Verkeerd liggen in de baarmoeder door een slag in de baarmoederhals, gezegd van het kalf. [N 3A, 49]
I-11
|
18074 |
verkouden |
(het heeft de) streng:
strɛŋ (P107a Rummen)
|
Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.]
I-9
|
21685 |
verkwanselen |
verkwanselen:
ps. omgespeld volgens Frings.
fərkwansələ (P107a Rummen),
verpronselen:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərpronsələ (P107a Rummen)
|
Verkwanselen, op verachtelijke wijze verhandelen [vertuitelen, verkwanselen?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21659 |
verlagen |
afslaan:
ps. letterlijk omgespeld volgens Frings.
afslōͅu̯wə (P107a Rummen),
ps. niet omgespeld!
afgəsloagə (P107a Rummen)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34165 |
verlopen |
verschieten:
(de koe is) vǝrsxǭu̯tǝ (P107a Rummen)
|
Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a]
I-11
|
34233 |
verse koe |
versgekalfde:
vǫsgǝkalǝftǝ (P107a Rummen)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
25344 |
verslachten |
verslachten:
vǝrslaxtǝ (P107a Rummen)
|
Verminderen in gewicht van het vlees ten gevolge van het slachten. [N 28, 97]
II-1
|
34235 |
verstopte speen |
verloren deem:
vǝrlǭu̯rǝ døm (P107a Rummen)
|
Speen waaruit wegens verstopping geen melk komt. [N 3A, 67a]
I-11
|
28666 |
versuikeren |
rijpen:
rę̄pǝ (P107a Rummen)
|
Hard worden van de honing of het kristalliseren van honing: het overgaan van vloeibare vorm naar vaste. Dan is hij versuikerd. Voor de consumptie is versuikerde of gekristalliseerde honing niet minder geschikt dan de vloeibare. Hieruit blijkt dat de honing niet is verhit. [N 63, 118; Ge 37, 182; monogr.]
II-6
|