e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schrede schritt (du.): schritt (Schaesberg) schrede [SGV (1914)] III-1-2
schreeuwen keken: käken = ki.êken (Schaesberg), schreeuwen: sjriejwe (Schaesberg), schreien: schreien (Schaesberg) luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)] || schreeuwen [SGV (1914)] III-3-1
schrijven schrijven: sjrieve (Schaesberg) Noem het (dialect)woord voor: het "met een stift, pen, potlood, krijt enz. aanbrengen van letters of cijfers op papier of een ander vlak voorwerp"? [schrijven] [N 102 (1998)] III-3-1
schrikkeldag schrikkeldag: sjrikkeldaag (Schaesberg) 29 februari (in een schrikkeljaar). [N 88 (1982)] III-3-2
schrikkeljaar schrikkeljaar: schrikkeljoar (Schaesberg) schrikkeljaar [SGV (1914)] III-3-2
schrikken schrikken: schrekken (Schaesberg), šrękǝ (Schaesberg), verschrikken: versjuut (Schaesberg) door een plotseling angstgevoel bevangen worden en daardoor een onwillekeurige beweging maken [schrikken, verschieteen, ijzen] [N 85 (1981)] || Gezegd van de gesoldeerde verbinding wanneer deze losraakt voordat het soldeersel is afgekoeld. Het schrikken wordt veroorzaakt door het vroegtijdig bewegen van één of meer van de samen te voegen delen. [N 64, 20b] || schrikken (geen context) [DC 38 (1964)] II-11, III-1-4
schrobben schrobben: sjroebe (Schaesberg) schrobben [DC 15 (1947)] III-2-1
schroeien snerken: schnirke (Schaesberg), sjnirken (Schaesberg), zengen: zengen (Schaesberg) Aan de oppervlakte verbranden (blesteren, verbranden, schroeien, zengen, schroken, schoepen) [N 79 (1979)] || schroeien [SGV (1914)] III-2-1
schuchter bleu: blue zie-je (Schaesberg), bluu (Schaesberg) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || bloode [SGV (1914)] III-1-4
schudden van vruchten schudden: WLD  sjudde (Schaesberg) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7