e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schaesberg

Overzicht

Gevonden: 3101
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootvader bestevader: raakt in onbruik  bestevadder (Schaesberg), grootvader: groe-etvadder (Schaesberg), gross: de groe-es  groe-es (Schaesberg) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2
grootx groot: groeët (Schaesberg) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote hoeveelheid, hoop hoop: hoop (Schaesberg), hopen (mv.): heupe (Schaesberg) hoop [SGV (1914)] || hoopen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
grote lijster grote lijster: groete liester (Schaesberg, ... ) grote lijster || grote lijster (27 forse vogel; vlekken vallen meer op dan bij zanglijster [019]; krachtige vlucht; ook op trek; broedt tegenwoordig ook bij woningen; luide zang en nest lijken op merel [018]; roep is hard geratel [N 09 (1961)] III-4-1
grote schoonmaak huispoets: der hoespoets is hinger der ruk (Schaesberg), hoespoets (Schaesberg, ... ), vier sind aan der hoespoets (Schaesberg) de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
grote trom dikke trom: dikə trom (Schaesberg) Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)] III-3-2
gruwelijk erg: erg (Schaesberg) grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] III-1-4
guit aas: oas (Schaesberg), schind-aas: schinoas (Schaesberg) guit [SGV (1914)] III-1-4
guitig witzige, een -: wietsige (Schaesberg) vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)] III-1-4
gulden gulden: gölle (Schaesberg) gulden [SGV (1914)] III-3-1