22452 |
meiboom |
mei:
mei (Q098p Schimmert),
męj (Q098p Schimmert),
meiboom:
maibaum (Q098p Schimmert),
meiboum planten (Q098p Schimmert)
|
De omstreeks 1 mei op het dorpsplein opgerichte boom die, met linten en kransen versierd, het middelpunt van allerlei volksvermaken vormde [meiboom]. [N 88 (1982)] || Versierde tak, kleine boom of vlag die op de nok van een onderdak gebracht huis wordt geplaatst. [N 88, 183; monogr.]
II-9, III-3-2
|
33337 |
meid, dienstmeid |
maagd:
māt (Q098p Schimmert),
meid:
mɛ̄t (Q098p Schimmert),
meisje:
mɛ̄tšǝ (Q098p Schimmert)
|
Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.]
I-6
|
24582 |
meidoorn |
heggendoorn:
g = zachte k
heggendöre (Q098p Schimmert)
|
haagdoorn [SGV (1914)]
III-4-3
|
24331 |
meikever |
meikever:
mei-kevər (Q098p Schimmert),
meikever (Q098p Schimmert),
meikèver (Q098p Schimmert),
WLD
meikever (Q098p Schimmert)
|
Hoe noemt u de meikever: een soort kever, 24-30mm lang; met dekschild, de poten en sprieten zijn bruinrood, de kop en het borststuk zwart met op de onderzijde een dichte witte beharing; de buiksegmenten zijn zwart met aan elke zijde een opvallende, helwit [N 83 (1981)] || meikever [SGV (1914)]
III-4-2
|
22499 |
meikoningin |
meikoningin:
meikeuningin (Q098p Schimmert),
meikoningin (Q098p Schimmert)
|
Het gebruik om op 30 april of een dag in mei een meisje tot koningin of een jongen tot koning te kiezen [meikoningin]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21699 |
meineed |
valse eed:
enne valschen eid (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert)
|
een valse eed, meineed [N 96D (1989)]
III-3-1
|
33553 |
meiraap |
kelen:
WLD
kēēle (Q098p Schimmert),
witte reube:
witte rubbe (Q098p Schimmert)
|
De meiraap, een vroege variëteit van de raap (meiraap, tolletje, knolletje, kelen, raap). [N 82 (1981)]
I-7
|
20309 |
meisje |
kind:
kind (Q098p Schimmert),
meidje:
mêdsche (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert)
|
(meisje;) Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden? [DC 05 (1937)] || meisje [SGV (1914)] || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20366 |
meisje met wie een jongen verkering heeft |
liefste:
leeste (Q098p Schimmert),
z⁄n lēēfste (Q098p Schimmert),
meidje:
màdsje (Q098p Schimmert),
vas màdsje hèbbe (Q098p Schimmert)
|
het meisje met wie men verkering heeft [parmeteit, meid, fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20381 |
meisje met wie men verloofd is |
aanstaande:
aanschtaonde (Q098p Schimmert),
meidje:
⁄t mēētsche (Q098p Schimmert),
vast meidje:
vas màdsje hèbbe (Q098p Schimmert),
verloofde:
verloofde (Q098p Schimmert)
|
Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)]
III-2-2
|