21654 |
niet gunnen |
aanhouden:
ze is aangehauwe (Q098p Schimmert),
niet doorgaan:
de kaup is neet door-gegange (Q098p Schimmert)
|
ze wordt niet gegund, i.v.m. de openbare verkoping van b.v. een boerderij [de boerderij is opgehouden?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18801 |
niet helder van geest |
dutselachtig:
dŭtzelèchtig (Q098p Schimmert)
|
niet helder van geest, zwak van geest [dutselachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18220 |
niet passen |
niet passen:
neet passe (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
niet staan:
neet sjtaon (Q098p Schimmert)
|
niet passen, gezegd van kledingstukken [pronsen, bolderen] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20167 |
niet zindelijk |
niet droog:
nēēt drêûg zin (Q098p Schimmert),
nog niet zuiver:
is nog neet zuuver (Q098p Schimmert)
|
onzindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften niet beheersend; onzindelijk, gezegd van kinderen [N 86 (1981)]
III-2-2
|
18921 |
nietsnut |
fat:
fât (Q098p Schimmert),
niksnut:
niksnūt (Q098p Schimmert),
niksnutter:
eine niksnütter (Q098p Schimmert),
niksnutter (Q098p Schimmert)
|
een persoon die tot niets deugt [leep, nietsnut, nietsnutter, nietsnutterik] [N 85 (1981)] || iemand die niets doet [druil, plod, patrak, loefer] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25172 |
nieuwe maan |
donkere maan:
dŏĕnkere moan (Q098p Schimmert),
jong licht:
jounk leech (Q098p Schimmert),
nieuwe maan:
nuuiə maon (Q098p Schimmert),
nuuje maon (Q098p Schimmert),
nūe máŏn (Q098p Schimmert)
|
maan [donkere ~] [SGV (1914)] || schijngestalte van de maan: nieuwe maan [donkere maan] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22319 |
nieuwjaar |
nieuwjaar:
nuue jaor (Q098p Schimmert)
|
1 januari, de eerste dag van het nieuwe jaar [ni-jjaor]. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
22616 |
nieuwjaar wensen |
verrassen:
verrasje (Q098p Schimmert),
verräsche (Q098p Schimmert)
|
Het gebruik om bij de jaarwisseling driemaal op de deur te kloppen. [N 88 (1982)] || Nieuwjaar wensen, Nieuwjaar winnen, afwinnen. [N 96C (1989)]
III-3-2
|
19052 |
nieuws |
nieuws:
nuuts (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
nŭŭts (Q098p Schimmert)
|
een bericht over iets dat nog onbekend was [nets, nieuws] [N 85 (1981)] || nieuws [SGV (1914)]
III-3-1
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
nuschieèrig (Q098p Schimmert)
|
nieuwsgierig [SGV (1914)]
III-1-4
|