21570 |
arresteren |
vastzetten:
vas-zettə (Q032p Schinnen),
vastzètte (Q032p Schinnen)
|
iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
25884 |
as-as |
as:
as (Q032p Schinnen)
|
Het draaipunt van de draaiboom. In L 387 bestond het draaipunt van de draaiboom uit een ijzeren pin die in een steen draaide. [N 57A, 4.3; N 57, 9 add.]
II-2
|
23780 |
askruisje |
askruisje:
esjkruutske (Q032p Schinnen),
èsjkruutske (Q032p Schinnen),
assekruisje:
esjekrutske (Q032p Schinnen)
|
Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23603 |
asperges me |
asperges me:
Asperges Me (Q032p Schinnen)
|
Het gezang dat voorafgaand aan de hoogmis gezongen wordt onder de besprenkeling met wijwater: "Asperges me...."of "Vidi aquam...."(in de Paastijd). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
èsj goonsdig (Q032p Schinnen),
dialectvormuit nagelbeek
esjgoonsdig (Q032p Schinnen),
asselegoensdag:
Esjele Gounsdig (Q032p Schinnen),
esjelegoonsdig (Q032p Schinnen),
esjèlègoonsdig (Q032p Schinnen)
|
Aschwoensdag [SGV (1914)] || Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
21904 |
atelier |
werkplaats:
wèrkplaats (Q032p Schinnen),
wérkplaats (Q032p Schinnen)
|
de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33499 |
augurk |
augurk:
augurk (Q032p Schinnen),
eigen spellingsysteem
augurk (Q032p Schinnen),
WLD
augurk (Q032p Schinnen)
|
Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)]
I-7
|
23401 |
aureool |
aureool:
aureool (Q032p Schinnen),
heiligenkrans:
de heiligekrans (Q032p Schinnen),
nimbus:
de nimbus (Q032p Schinnen)
|
De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21137 |
auto |
wagen:
waagə (Q032p Schinnen),
wagen (Q032p Schinnen)
|
een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22370 |
autoped |
autoped:
autoped (Q032p Schinnen),
autopet (Q032p Schinnen),
/
autoped (Q032p Schinnen),
step (eng.):
sjtep (Q032p Schinnen),
/
sjtep (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen)
|
Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)] || step [SND (2006)]
III-3-2
|