e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinnen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schommelen schokkelen: sjokkele (Schinnen, ... ), /  schokkele (Schinnen) / [SND (2006)] || Zich op een schommel heen en weer bewegen [ruien, touteren, sturen, knijen, koggen, boeizen, rijtakken, rijrepen, toetouteren, takkenijen, hoeierzen, beizen]. [N 88 (1982)] III-3-2
schonen triëren: trijērǝn (Schinnen) Het graan na aankomst in de mouterij reinigen en sorteren. Daarbij worden gebroken en te kleine korrels alsmede onzuiverheden uit het brouwgraan verwijderd. Het type "triëren" (L 318, L 325, L 331, Q 32) duidt aan met welk apparaat het schoonmaken gebeurt. In P 180 gebruikt men een wan om bij het reinigen het stof te verwijderen. Zie ook de lemmata ''wanmolen'' en ''trieur''.' [N 35, 8] II-2
school school: šoəl (Schinnen) school [RND] III-3-1
schoolbordenverf schoolbordenverf: šualbǫrdǝvɛrǝf (Schinnen) Speciale verfsoort die diepzwart opdroogt, een kalkdof, enigszins ruw oppervlak vertoont en bestand is tegen afwassen met water. [N 67, 29] II-9
schoolcijfer punt: puntj (Schinnen) cijfer; Op een schoolrapport krijgt men voor verschillende vakken (een) .... [DC 48 (1973)] III-3-1
schoolhoofd bovenmeester: bovenmeister (Schinnen), hoofd: ’t hoof (Schinnen) het hoofd van een lagere school [bovenmeester, bovenkoster] [N 90 (1982)] III-3-1
schoolkinderen schoolkinderen: ṣo.lkɛ.injər (Schinnen) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoolopziener schoolopziender: sjoolopzeinder (Schinnen) schoolopziener [SGV (1914)] III-3-1
schoondochter schoondochter: šōəndoͅxtər (Schinnen) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: šōənmōdər (Schinnen) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2