e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

Gevonden: 2469
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boomstronk vot: vot (Schinveld) boomstronk, de stomp-met-wortels van een afgehakte boom [N 27 (1965)] III-4-3
boon, algemeen bonen: bōǝnǝ (Schinveld), boon: bōǝn (Schinveld) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
boordenknoopje boordenknoopje: boordekneupke (Schinveld) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
boos kwaad: koad (Schinveld) 01; kwaad [SGV (1914)] III-1-4
bord telder: teier (Schinveld) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
borg borg: börg (Schinveld) borg [SGV (1914)] III-3-1
borrel schnaps-je: s-jnepske (Schinveld) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) wallen: (et water walt).  walle(n) (Schinveld) bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] III-4-4
borstel borstel: buestjel (Schinveld) borstel [SGV (1914)] III-2-1
borstkas borst: borsjt (Schinveld) borst(kas) [SGV (1914)] III-1-1