e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schinveld

Overzicht

Gevonden: 2469
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomen zomen: zø̄mǝ (Schinveld) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): pellerien (Schinveld) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomerkleren: zomerklejer (Schinveld) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: sondaagse klejer (Schinveld) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zonde zonde: zunj (Schinveld) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zunj (Schinveld) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zonder voor spitten buttelen: bøtǝlǝ (Schinveld) Manier van spitten waarbij men - anders dan bij het spitten in voren - min of meer in de breedte werkt en iedere spade grond voor zich uit (voor de hand) omlegt. [N 11, 65c; N 11A, 148b; div.] I-1
zool van een schoen zool: zaol (Schinveld) zool van een schoen [N 24 (1964)] III-1-3
zoom zoom: zōm (Schinveld) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7
zoon jong: joeng (Schinveld), joͅŋ (Schinveld), juŋ (Schinveld), kind: keͅi̯ntj (Schinveld), zoon: zōan (Schinveld), zōn (Schinveld, ... ) (zoon;) Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd? [DC 05 (1937)] || zoon [SGV (1914)] || zoon; (Hoe wordt de zoon door de ouders aangesproken, als hij niet bij zijn naam wordt genoemd?) [DC 05 (1937)] || zoon; onze buurman heeft een zoon en een dochter; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2