20438 |
doodskleed |
doodshemd:
lang en wit
doodshemd (Q030p Schinveld),
doodskleed:
doodskleed (Q030p Schinveld),
doodskleid (Q030p Schinveld),
doodsmantel:
wit linnen afgezet met zwart strikje of randje
doodsmantjəl (Q030p Schinveld),
wit doodshemd:
wit doodshemd (Q030p Schinveld, ...
Q030p Schinveld,
Q030p Schinveld)
|
bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (vroeger inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodskleed; hoe noemt men het doodskleed (hinnekleed, reekleed, regenkleed, enz.)? Moet dit kleed aan bepaalde voorwaarden voldoen? [VC 03 (1937)] || doodskleren; hadden ze een bijzondere naam? [VC 30 (1964)] || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)]
III-2-2
|
25374 |
doodsteken |
steken:
štēkǝ (Q030p Schinveld)
|
Nadat het dier is verdoofd, wordt het ogenblikkelijk de keel doorgesneden, opdat het nog pompende hart het bloed uit het lichaam kan stuwen. De woordtypen in dit lemma kunnen zowel duiden op het doodsteken van een varken als op het doodsteken van een rund. Een bij de opgave toegevoegd object ''varken'', ''koe'', ''beest'' wordt niet in het woordtype opgenomen. [N 28, 11a; N 28, 11b, N 28, 12a; N 28, 13b, monogr.]
II-1
|
17787 |
doof |
doof:
doof (Q030p Schinveld)
|
doof [SGV (1914)]
III-1-1
|
25123 |
dooien |
dooien:
due(n) (Q030p Schinveld)
|
dooien [SGV (1914)]
III-4-4
|
34537 |
dooier |
doren:
dǭrǝ (Q030p Schinveld)
|
Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
23204 |
doop |
doop:
doop (Q030p Schinveld, ...
Q030p Schinveld)
|
doop [SGV (1914)]
III-3-3
|
20399 |
doopdekentje |
doopdoek:
deupdook (Q030p Schinveld)
|
dekentje waaronder de dopeling naar de kerk wordt gedragen [N 25 (1964)]
III-2-2
|
20397 |
doopjurkje |
doopkleed:
dø.pkle.t (Q030p Schinveld),
doopkleedje:
deupklêdje (Q030p Schinveld)
|
doopjurkje [deumhemke] [N 25 (1964)] || doopkleed [RND]
III-2-2, III-3-3
|
20396 |
doopmutsje |
doopmutsje:
deupmutsjke (Q030p Schinveld)
|
doopmutsje [N 25 (1964)]
III-2-2
|
23205 |
doopvont |
doopsteen:
doopsjteen (Q030p Schinveld),
doopvont:
do.pfunt (Q030p Schinveld)
|
doopvont [RND], [SGV (1914)]
III-3-3
|