e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Schulen

Overzicht

Gevonden: 1625
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
elektrische tram elektrieken tram: eletrikke tram (Schulen) Een electrische tram. [ZND 34 (1940)] III-3-1
ellende (lijden) ellende: Huə zit in dellende (Schulen), Ig z⁄n zie van ellende (Schulen) Hij zit in de ellende. [ZND 35 (1941)] || Ik ben ziek van ellende. [ZND 35 (1941)] III-1-4
emmer emmer: emər (Schulen, ... ) emmer [ZND 08 (1925)], [ZND 24 (1937)] III-2-1
engel engel: ən engel twie engeen (Schulen) Een engel, twee engelen. [ZND 34 (1940)] III-3-3
engerling, larve van de meikever rups: roeps (Schulen) engerling, meikeverlarve [ZND 34 (1940)] III-4-2
enkele kunstmestsoorten wit: wet (Schulen), zwart: zwat (Schulen) In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.] I-1
enten griffelen: grefələ (Schulen), griffele (Schulen) [RND 08] [ZND 34 (1940)] I-7
envelop envelop (<fr.): ien enveloppe (Schulen), omslag: ine omslag (Schulen) een omslag (van een brief) [ZND 39 (1942)] III-3-1
erf erf: ɛrəf (Schulen), hof: hoͅf (Schulen) I-7
ernstig gemeend: gemeend (Schulen) het is ernstig bedoeld; het is menens [ZND 38 (1942)] III-1-4