e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maken maken: mákə (Sevenum) maken [DC 02 (1932)] III-1-4
maken van een leger legeren: lē̜gǝrǝ (Sevenum) [II, 79b] II-4
mals, gezegd van boter mals: mals (Sevenum) mals, goed smeerbaar, gezegd van boter (plat) [N 91 (1982)] III-2-3
man kerel: kêl (Sevenum), man: ps. omgespeld volgens Frings.  man (Sevenum), mens: miŋəs (Sevenum), [sic]  miŋəs (Sevenum) man [RND], [RND], [SGV (1914)] III-3-1
man die de behaalde tijden afleest aflezer: aaf-laezer (Sevenum) de man die de behaalde tijden afleest? [N 93 (1983)] III-3-2
man die de uitslag bepaalt rekenaar: raekenaer (Sevenum) de man die de uitslag bepaalt? [N 93 (1983)] III-3-2
man, mannelijke zangvogel mannetje: mènke (Sevenum), ménke (Sevenum) mannelijke zangvogel (tersel) [N 83 (1981)] III-4-1
man, manspersoon mens: minges (Sevenum), mingus (Sevenum) man. (Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot?) [DC 05 (1937)] III-2-2
manchet manchet: manchette (Sevenum) manchet, vaste mouwboord van een overhemd [N 23 (1964)] III-1-3
manchetknoop manchettenknoop: manchetteknūūp (Sevenum) manchetknoopjes [N 23 (1964)] III-1-3