e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sevenum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trappelende bewegingen maken dabben: dabǝ (Sevenum), denderen: dɛndǝrǝ (Sevenum), trampelen: trampǝlǝ (Sevenum) Het paard tilt de poten hoog genoeg op, maar werpt ze niet vooruit; het blijft ter plaatse trappelen. [N 8, 70b en 71] I-9
trappen van het baggerslijk baggerd kneden: bagǝrt knē̜jǝ (Sevenum) Als het baggerslijk een paar dagen gedroogd heeft, begint men met het trappen van de specie. De veengrond dient men geheel en al vast en gelijk te trappen. [I, 106a] II-4
trappist trappist: trappiste (Sevenum) Een Trappist [Latrap]. [N 96D (1989)] III-3-3
trechter vergaarbak: vǝrgārbak (Sevenum) De zinken of loden bak die het water van samenkomende afvoerbuizen opvangt. [N 64, 149h] II-9
trechter op de gierton trechter: trɛxtǝr (Sevenum) In het spongat van de oude houten gierton werd een trechter geplaatst. Langs deze trechter goot men de gier met een emmer de ton in. Bij het vervoer van de gier werd de trechter vaak afgedekt met een oude jutezak. [N 18, 123; N 11A, 53c; JG 1a + 1b; monogr.] I-1
trede spoeletrede: spōlǝtręjǝ (Sevenum), spoeltrap: spōltrap (Sevenum), trap: trap (Sevenum), trede: trɛ̄ (Sevenum), voetenplankje: vōtǝplɛŋkskǝ (Sevenum) De ijzeren opstapper die bij de huifkar aan een van de berries is opgehangen. Bij het rijtuig maakt de trede deel uit van de bak. [N 17, 39; N G, 59d; monogr.] || Het pedaal van een spinnewiel. Door het trappen op het pedaal met één of met beide voeten kan men het drijfwiel met behulp van de koppelstang doen draaien (Grothe, pag. 283-284). [N 34, B1; monogr.] I-13, II-7
tree tree: trē (Sevenum) Het gedeelte tussen bal en teen aan de binnenkant van de klomp waarop de voorvoet steunt. [N 97, 33] II-12
trein trein: trein (Sevenum, ... ) een reeks spoorwagens die door een locomotief tegelijk worden voortgetrokken [trein, vapeur, avapeur] [N 90 (1982)] III-3-1
treiteren koeioneren: koeienére (Sevenum), koejeneere (Sevenum), kwellen: Opm. de e ligt tussen ‰ en Ô.  kwelle (Sevenum), martelen: martele (Sevenum), tempteren: temptere (Sevenum), temteere (Sevenum), tergen: terge (Sevenum) het kwellen [plaag, temptatie] [N 85 (1981)] || kwellen [SGV (1914)] || lichamelijk of geestelijk leed veroorzaken [plagen, kwellen] [N 85 (1981)] || sarren [SGV (1914)] III-1-4
treiterkop stiekemerd: stiekùmert (Sevenum) iemand die in het geniep, stiekem plaagt [neetoor] [N 85 (1981)] III-1-4