e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dubbelschaar van de aanaardploeg schaar: sxār (Siebengewald) Zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma Aanaardploeg. [N 11A, 83b; monogr.; add. uit N 12, 25] I-5
duivel duivel: duuvel (Siebengewald) De duivel [duvel, duuvel, deivel]. [N 96D (1989)] III-3-3
duivenhok duivenslag: dyvǝslax (Siebengewald) Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6
durven durven: durve (Siebengewald) durven (geen context) [DC 37 (1964)] III-1-4
duwen duwen: dōuwə (Siebengewald) duwen [RND] III-1-2
echtgenoot baas: bāōs (Siebengewald), mens: mine méns  méns (Siebengewald) (man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] III-2-2
eekhoorn eekhoorn: eekhoorn (Siebengewald) eekhoorn [DC 07 (1939)] III-4-2
eeltwrat, zweelwrat wrat: vrat (Siebengewald) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een aflaat verdienen aflaat verdienen: enne aflaot verdiene (Siebengewald) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een askruisje halen askruisje halen: askruiske haolen (Siebengewald) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3