e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
karper karpvis: harpvusj (Simpelveld), stekelbaars: WBD/WLD  stekəlbaars (Simpelveld) Hoe noemt u de karper: een zoetwatervis die voorkomt in stilstaande en traag stromende wateren. Hij heeft een lange rugvin, de buikvinnen staan ingeplant achter de borstvinnen, ongeveer gelijk met het begin en het einde van de rugvin. De bek heeft dikke e [N 83 (1981)] || karper [SGV (1914)] III-4-2
karpet, vloerkleed teppich (du.): tɛpex (Simpelveld) vloerkleed III-2-1
karwip winde: weŋ (Simpelveld) Werktuig dat door smeden wordt gebruikt om karren op te lichten, bijvoorbeeld wanneer er onderdelen van een wiel zoals een naafbus of wielband vervangen moeten worden. Het bestaat uit een getande stang die door middel van een hefboom omhoog en omlaag kan worden bewogen. Mogelijk kunnen met de termen in dit lemma ook andere soorten heftoestellen worden bedoeld. Zie ook afb. 208. [N 17, 81; N 33, 283; monogr.] II-11
kast kast: kas (Simpelveld), schap: šāf (Simpelveld) kast [SGV (1914)] III-2-1
kat kat: kats (Simpelveld) kat [SGV (1914)] III-2-1
katapult flits: flietsj (Simpelveld) Katapult. III-3-2
kater katsenjammer: katzejaommer (Simpelveld), katzəjammər (Simpelveld), kàtzəjàmmər (Simpelveld) kater hebben; Hoe noemt U: Zich niet lekker voelen de dag na een flinke drinkpartij (een kater hebben) [N 80 (1980)] III-2-3
katholiek katholisch (du.): katholisj (Simpelveld) katholiek [SGV (1914)] III-3-3
katoen katoen: katūn (Simpelveld) Uit katoendraden geweven stof. Leverancier van de katoendraad is een kruid-, struik- of boomachtige plant ø̄voor het grootste deel verbouwd in Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Egypte (macco of mako), Oost-Indië, China, Ethiopië en Ruslandø̄ (Bonthond, s.v. ø̄katoenø̄). [N 62, 85; N 62, 77; N 62, 75c; N 59, 201; MW; L 1a-m; L 27, 73; L 41, 40a; S 17; monogr.] II-7
kauwen kauwen: kuijə (Simpelveld), kuiə (Simpelveld), k‧ui-jə (Simpelveld), knauwelen: knauwələ (Simpelveld) kauwen; Hoe noemt U: Voedsel met de tanden en kiezen fijnmaken (kauwen, knauwen) [N 80 (1980)] III-2-3