e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
unster pondel: mit der pungel woage (Simpelveld), pungel (Simpelveld) unster (balans) [SGV (1914)] || unster {met een - wegen} [SGV (1914)] III-3-1
vaandel vaan: vaan (Simpelveld) 1. Vlag. III-3-2
vaandeldrager vanendrager: vanedreëger (Simpelveld) Vaandeldrager. III-3-2
vaars vaars: vē̜š (Simpelveld), vɛš (Simpelveld) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vaatdoek potdoek: poͅt˂dox (Simpelveld), schotelsplag: šotəlsplak (Simpelveld), spoellommel: špø&#x0304lluməl (Simpelveld) vaatdoek [SGV (1914)] III-2-1
vader vader: vadder (Simpelveld) vader [SGV (1914)] III-2-2
vagevuur vagevuur: vêgevuur (Simpelveld) vagevuur [SGV (1914)] III-3-3
valdeur aan duiventil dreng: dreng (Simpelveld, ... ) Klapspijltjes in een duiventil. III-3-2
valgordijn, rolgordijn rol: rol (Simpelveld) valgordijn [SGV (1914)] III-2-1
vallen vallen: valle (Simpelveld) vallen [SGV (1914)] III-1-2