e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fruit eten knatsen: knatsjə (Simpelveld), knàtsjə (Simpelveld) fruit eten; Hoe noemt U: (Veel, onrijp) fruit eten (groezen, snaaien, snatsen, snoeien) [N 80 (1980)] III-2-3
fruiten aanbraden: aabroane (Simpelveld), āābraone (Simpelveld), braden: bròənə (Simpelveld), bruin braden: broen braonə (Simpelveld) fruiten; Hoe noemt U: Vlees of uien bruin braden (fruiten, fritten) [N 80 (1980)] || vlees voorbraden III-2-3
fuchsia bellenboompje: bellebeumke (Simpelveld) fuchsia [DC 57 (1982)] III-2-1
fuik fuik: foek (Simpelveld) fuik [SGV (1914)] III-3-2
gaan gaan: goa (Simpelveld) gaan [SGV (1914)] III-1-2
gaan liggen (van de wind) leggen: gelāāt (Simpelveld), zich leggen: dər weenk léét səch (Simpelveld), dər wink lèèt ziech (Simpelveld) gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)] III-4-4
gaar gaar: gáár (Simpelveld), g‧aar (Simpelveld), murg: murg (Simpelveld), mörg (Simpelveld), murw: murrig (Simpelveld) gaar || gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] III-2-3
galgenaas bengel: bengel (Simpelveld), duimgraaf?: doeəmgroaf (Simpelveld), schelm: sjelm (Simpelveld), schindaas (du.): sjunóəs (Simpelveld) galgenaas [SGV (1914)] III-3-1
gang gang: gank (Simpelveld) gang [SGV (1914)] III-2-1
gans gans: gǭs (Simpelveld) [A 2, 42; A 6, 5a; A 6, 5b; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 58; JG 1a, 1b, 1c, 1d; Vld.; monogr.] I-12