e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fruitvla ooftevla: ‧ø͂ͅftəvl‧ā (Sittard), toeslag: toeslag  toesjlaach (Sittard) fruitvla || fruitvla overdekt met dunne besuikerde deeglaag III-2-3
fruitworm fruitworm: Veldeke  fruitwōrm (Sittard), made: maaie (Sittard), made (Sittard), worm: idiosyncr.  wörm (Sittard) worm die in een appel huist [pieremenneke] [N 26 (1964)] III-4-2
fuchsia bellenboom: belleboum (Sittard, ... ), fuchsia: fóksiaa (Sittard) fuchsia III-2-1
fuik fuik: fōēk (Sittard) fuik [SGV (1914)] III-3-2
fundament fundering: føndęjreŋ (Sittard) De grondvesten van een gebouw. Het fundament kan al dan niet onderheid zijn, wordt in metselsteen, stampbeton of gewapend beton uitgevoerd en reikt tot aan het maaiveld of de begane grond. [N 31, 1a; N 31, 1b; N 31, 1c; monogr.] II-9
funderingssleuven uitsteken (de) fundering graven: føndęjreŋ grāvǝ (Sittard), het fundament uitsteken: ǝt føndamęnt˱ ūtštē̜kǝ (Sittard), sleuven graven: šlø̄vǝ grāvǝ (Sittard) Gleuven uitsteken langs de vier wanden op de bodem van de uitgegraven kelderruimte. In de sleuven worden later de fundamenten geplaatst. Zie voor het woordtype 'gescheuten' (Q 194) ook RhWb dl. VII, k. 962, s.v. 'Geschäu': ø̄das Mauerwerk aus Bruchsteinen an der Erde, auf dem die Balkenlage des Fachwerkhauses ruht.ø̄ [N 30, 25a; monogr.] II-9
fuut fuut: fuut (Sittard) fuut (vogel) [SGV (1914)] III-4-1
gaan gaan: gaon (Sittard), goan (Sittard) gaan [SGV (1914)] || lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
gaan liggen (van de wind) gaan liggen: is gaon ligge (Sittard), gaan stillen: gaon stille (Sittard), zich leggen: (de wind).  haet zich gelag (Sittard) gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)] III-4-4
gaar gaar: cháár (Sittard), gaar (Sittard, ... ), gout gáár (Sittard) gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] III-2-3