e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
moedervlek pepervlek: pepervlek (Sittard) Moedervlek: een aangeboren bruine vlek op de huid (moedermaal, peperkoor, pepervlek). [N 84 (1981)] III-1-1
moedig (zijn) durf hebben: durf höbbe (Sittard), lef hebben: lef höbbe (Sittard) moed hebbend, onbevreesd [durvig, moedig] [N 85 (1981)] || onverschrokkenheid in moeilijkheden en gevaren [moed, courage] [N 85 (1981)] III-1-4
moeilijk vooruitkomen lastig lopen: lestig loupe (Sittard), sukkelen: sukkele (Sittard), taffelen: taffele (Sittard), B.v. hae taffelt mer door.  taffele (Sittard), zuielen: saanjele (Sittard) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: moeilijk vooruit komen [stachele] [N 10 (1961)] III-1-2
moeite moeite: muite (Sittard, ... ) moeite || moeite; hij geeft zich moeite [DC 03] III-1-4
moer konijn: kenien (Sittard) konijn, vrouwtje [DC 04 (1936)] III-2-1
moeras kwelm: kwɛlm (Sittard), moeras: mudǝras (Sittard), muras (Sittard), zomp: sump (Sittard), zomp (Sittard) Waterachtig, laaggelegen, drassig land, broekland, gebied zonder behoorlijke afwatering. [N 27, 20; N 14, 53; N 6, 33b; R 3, 9; A 2, 57; RND 20; Wi 17; Wi 54; L 19B, 2aI; Vld.; monogr.] I-8
moersleutel moersleutel: mǫwǝršlø̜tǝl (Sittard  [(mv -šlø̄tǝlǝ)]  ) In het algemeen een werktuig voor het los- en vastdraaien van moeren. Zie ook de lemmata "steeksleutel", "ringsleutel", "verstekbare moersleutel", etc. Het betreft daar meer specifieke uitvoeringen van de moersleutel. [N 33, 300a; monogr.] II-11
moesdistel artisjok: ideosyncr.  artisjok (Sittard) De artisjokachtige distelsoort waarvan de bladstelen als groente gegeten worden, de wilde artisjok (kardoen, kardons). [N 82 (1981)] III-4-3
moestuinx gaarde: gārt (Sittard, ... ), hof: hōͅ.f (Sittard), hōͅf (Sittard, ... ), höf (Sittard), koolhof: kōlhoͅf (Sittard), moostem: moͅu̯stəm (Sittard), moͅu̯səm (Sittard), poottuin: paotun (Sittard) [DC 03 (1934)] [N 05A (1964)] [N P (1966)] [SGV (1914)]poottuin I-7
moeten moeten: mótte (Sittard) moeten III-1-4