e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ondergronden, woelen breken: brę̄.kǝ (Sittard), ondergronden: oŋǝrgronjǝ (Sittard) Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b] I-1
onderhaam onderhaam: oŋǝrhām (Sittard) Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.] I-10
onderhandelen bedenktijd (zn.): bedènktied (Sittard), in beraad zijn: (= beraden).  ze zeen in beraod (Sittard), onderhandelen: ongerhanjele (Sittard), òngerhanjele (Sittard) Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)] III-3-1
onderhands onderhands: ùngerhänjs (Sittard) onderhandsch [SGV (1914)] III-3-1
onderhemd hemd: ei sjoon humme (Sittard), humme (Sittard, ... ), In het Sittards is het oud-Germ. "hama"(= bedekking) zonder d bewaard gebleven.  humme (Sittard) hemd [SGV (1914)] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)] III-1-3
onderjurk onderlijfje: òngerlifke (Sittard, ... ), onderrok: óngerrok (Sittard) onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)] III-1-3
onderkant van het brood onderkant: oŋǝrkantj (Sittard) [N 29, 54b; monogr.] II-1
onderkerk kelder: kelder (Sittard) De ruimte, de kelder onder de gehele kerk [onderkerk?]. [N 96A (1989)] III-3-3
onderkussen, peluw bult: böljt (Sittard), hoofdpeluw: huipul (Sittard), huitpölf (Sittard), hoofdpulf: heutpölf (Sittard), huitpölf (Sittard), høͅi̯tpøͅlf (Sittard) hoofdpeluw || Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)] || peluw [SGV (1914)] III-2-1
onderlip onderlip: oengerlup (Sittard) onderlip [DC 01 (1931)] III-1-1