32731 |
ondergronden, woelen |
breken:
brę̄.kǝ (Q020p Sittard),
ondergronden:
oŋǝrgronjǝ (Q020p Sittard)
|
Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b]
I-1
|
33947 |
onderhaam |
onderhaam:
oŋǝrhām (Q020p Sittard)
|
Twee met elkaar verbonden kussens die het paard onder het haam draagt, als dat te groot is. [N 13, 11; monogr.]
I-10
|
21579 |
onderhandelen |
bedenktijd (zn.):
bedènktied (Q020p Sittard),
in beraad zijn:
(= beraden).
ze zeen in beraod (Q020p Sittard),
onderhandelen:
ongerhanjele (Q020p Sittard),
òngerhanjele (Q020p Sittard)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21351 |
onderhands |
onderhands:
ùngerhänjs (Q020p Sittard)
|
onderhandsch [SGV (1914)]
III-3-1
|
18257 |
onderhemd |
hemd:
ei sjoon humme (Q020p Sittard),
humme (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
In het Sittards is het oud-Germ. "hama"(= bedekking) zonder d bewaard gebleven.
humme (Q020p Sittard)
|
hemd [SGV (1914)] || onderhemd, onderkledingstuk dat op het blote lijf gedragen wordt [im, emmek, hem, himp, kemsel, liejms, sjmies, vlok] [N 25 (1964)] || schoon [o] [een ~ hemd] [SGV (1914)]
III-1-3
|
18313 |
onderjurk |
onderlijfje:
òngerlifke (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
onderrok:
óngerrok (Q020p Sittard)
|
onderjurk, onderkleed met lijfje en schouderbanden [N 24 (1964)]
III-1-3
|
25492 |
onderkant van het brood |
onderkant:
oŋǝrkantj (Q020p Sittard)
|
[N 29, 54b; monogr.]
II-1
|
23417 |
onderkerk |
kelder:
kelder (Q020p Sittard)
|
De ruimte, de kelder onder de gehele kerk [onderkerk?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
19395 |
onderkussen, peluw |
bult:
böljt (Q020p Sittard),
hoofdpeluw:
huipul (Q020p Sittard),
huitpölf (Q020p Sittard),
hoofdpulf:
heutpölf (Q020p Sittard),
huitpölf (Q020p Sittard),
høͅi̯tpøͅlf (Q020p Sittard)
|
hoofdpeluw || Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)] || peluw [SGV (1914)]
III-2-1
|
17619 |
onderlip |
onderlip:
oengerlup (Q020p Sittard)
|
onderlip [DC 01 (1931)]
III-1-1
|