e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sinterklaas sinterklaas: Mit sinterklaos kriste n sókkere niks: met sint Nicolaas krijg je geen enkel geschenk.  sinterklaos (Sittard) Sint Nicolaas, 6 december. III-3-2
sip (kijken) sneu kijken: sjneu kieke (Sittard) sip kijken [SGV (1914)] III-1-4
sissen sissen: sissen (Sittard) een scherp geluid voortbrengen door lucht of damp met kracht uit een nauwe opening te doen stromen [sissen, tissen] [N 91 (1982)] III-4-4
sjacheraar onbetrouwbaar (bn.): onbetroebaar (Sittard), sjachelaar: sjachelaer (Sittard, ... ), sjacheléér (Sittard), sjacheraar: sjacheréér (Sittard) sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
sjacheren sjachelen: sjachele (Sittard), sjachelen (Sittard), sjacheraar (zn.): eine sjacheraer (Sittard), sjacheren: sjachere (Sittard), sjacheren (Sittard) Sjacheren, op verachtelijke wijze handel drijven [sjacheren, sjachelen, sjatsen?] [N 21 (1963)] III-3-1
sjalot sjalot: sjalot (Sittard), ideosyncr.  sjalot (Sittard), sjarlot: sjerlot (Sittard), ideosyncr.  sjarlotte (Sittard) [DC 13 (1945)]Een sjalot, een soort van kleine ui (sjalot, sjarlot, schaloeneke). [N 82 (1981)] || sjalot I-7
sjees sjees (<fr.): sjees (Sittard) een licht, hoog tweewielig rijtuig met een kap [sjees] [N 90 (1982)] III-3-1
sjerp sjerp: sjerp (Sittard, ... ) sjerp, brede sierband met strik, gedragen om het middel of over een schouder [N 23 (1964)] III-1-3
sjoelbak sjoelbak: sjoelbak (Sittard) Het spel waarbij gebruik gemaakt wordt van een lange bak, aan het ene eind open en met aan het andere eind vakjes waarin schijven schuivend geworpen moeten worden [sjoelbakken, sjoelen, bakken]. [N 88 (1982)] III-3-2
sla, algemeen salade: sjlaat (Sittard, ... ) salade I-7