e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
visnet: schepnet schepwaai: Het werd vroeger in de beken gebruikt om onder de tronken der langs de beek te wassen staande bomen te steken en de eventueel aanwezige vis te vangen.  sjöpwaaj (Sittard) Een aan twee stokken bevestigd visnet van ongeveer twee meter hoog en drie meter breed, bediend door twee mannen. III-3-2
vissen vissen: vösje (Sittard, ... ) visschen (ww.) [SGV (1914)] || Vissen. III-3-2
vissen, ww. repen: reepe (Sittard) vissen: zetlijnen plaatsen III-4-2
vissnoer lijn: lien (Sittard), vissnaard: vösjsjnaort (Sittard) Een touw met een of meer haken om vis te vangen [snoer, lijn]. [N 88 (1982)] || Vissnoer, -lijn. III-3-2
vitsen vitselen: vestǝlǝ (Sittard) Vlechtwerk vervaardigen voor de wanden van gebouwen met vakwerk. In L 318b werd dit werk verricht door de 'tuiner' ('tȳnǝr'). In een aantal plaatsen, bijvoorbeeld in Q 111, leverde ook de strodekker gevlochten wanden voor de huizenbouw. In Q 83 gebruikte men 'hondshout' ('hǫnshōt'), een makkelijk te klieven houtsoort, voor het vlechtwerk van lemen huizen. Zie ook het lemma 'Reephout'. [N 4A, 53g; N F, 56a; monogr.] II-9
vlaai spijsvla: of zoals de Hollanders zeggen "vlaai  sjpiesvlaa (Sittard), vla: vla (Sittard), vlaa (Sittard, ... ), = "flaai"(Roermonds!).  vla (Sittard), gebakken van fijn deeg, belegd met een laag vruchten, vruchtenmoes, rijst e.d. Dao is niks baeter in ?t Gulikerlanj, wie booter op ?ne vlaaranjt: aanduiding van buitengewoon fijne vla "dat is dun van laer en dik van sjmeer": wordt gezegd van goede vla  vlaa (Sittard) Limburgse vla || vla || Vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling (vlaoj, flaaj, tabbeschaas?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaai met deegdeksel toeslag: toeschlaag (Sittard), toesjlaag (Sittard, ... ) Vla met deksel van deeg (dekselvlaoj, slof, toeslaag?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaai met reepjes deeg leddertjesvla: ludderkesvla (Sittard), lödderkesvlaa (Sittard, ... ), (laddertjes).  lödderkesvla (Sittard), linzentaart: met vruchtemoes of spijs, waarover in ruitjesvorm reepjes deeg. Het deeg, dat van betere kwaliteit is dan van de vla, wordt daarenboven van kruiden voorzien  linzetaart (Sittard), reepjesvla: reipkesvla (Sittard), taart: taart (Sittard), vla mit reepjes: vla mit reipkes (Sittard) gebak in de vorm van een vla || Vla waarover kruislings reepjes van deeg zijn gelegd (lödderkesvlaa?) [N 16 (1962)] || vla, waarover in ruitvorm reepjes deeg zijn gelegd III-2-3
vlaaienvulling spijs: schpies (Sittard), sjpies (Sittard, ... ), Hae is de sjpies neit waert: hij is het niet waard, dat je iets voor hem doet  sjpies (Sittard) moes van vruchten || Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaaischotel schotel: sjotel (Sittard), vlaaischotel: flaaischóttel (Sittard), vlaschotel: vlaaschoottel (Sittard), vlaaschotel (Sittard), vlaasjoo‧tel (Sittard), vlaschótel (Sittard), vlaschóttel (Sittard), vlasjootel (Sittard), vlasjotel (Sittard, ... ), vlāāsjòtel (Sittard) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1