22985 |
visnet: schepnet |
schepwaai:
Het werd vroeger in de beken gebruikt om onder de tronken der langs de beek te wassen staande bomen te steken en de eventueel aanwezige vis te vangen.
sjöpwaaj (Q020p Sittard)
|
Een aan twee stokken bevestigd visnet van ongeveer twee meter hoog en drie meter breed, bediend door twee mannen.
III-3-2
|
22646 |
vissen |
vissen:
vösje (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
visschen (ww.) [SGV (1914)] || Vissen.
III-3-2
|
24427 |
vissen, ww. |
repen:
reepe (Q020p Sittard)
|
vissen: zetlijnen plaatsen
III-4-2
|
22414 |
vissnoer |
lijn:
lien (Q020p Sittard),
vissnaard:
vösjsjnaort (Q020p Sittard)
|
Een touw met een of meer haken om vis te vangen [snoer, lijn]. [N 88 (1982)] || Vissnoer, -lijn.
III-3-2
|
30189 |
vitsen |
vitselen:
vestǝlǝ (Q020p Sittard)
|
Vlechtwerk vervaardigen voor de wanden van gebouwen met vakwerk. In L 318b werd dit werk verricht door de 'tuiner' ('tȳnǝr'). In een aantal plaatsen, bijvoorbeeld in Q 111, leverde ook de strodekker gevlochten wanden voor de huizenbouw. In Q 83 gebruikte men 'hondshout' ('hǫnshōt'), een makkelijk te klieven houtsoort, voor het vlechtwerk van lemen huizen. Zie ook het lemma 'Reephout'. [N 4A, 53g; N F, 56a; monogr.]
II-9
|
20727 |
vlaai |
spijsvla:
of zoals de Hollanders zeggen "vlaai
sjpiesvlaa (Q020p Sittard),
vla:
vla (Q020p Sittard),
vlaa (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
= "flaai"(Roermonds!).
vla (Q020p Sittard),
gebakken van fijn deeg, belegd met een laag vruchten, vruchtenmoes, rijst e.d. Dao is niks baeter in ?t Gulikerlanj, wie booter op ?ne vlaaranjt: aanduiding van buitengewoon fijne vla "dat is dun van laer en dik van sjmeer": wordt gezegd van goede vla
vlaa (Q020p Sittard)
|
Limburgse vla || vla || Vla, bekend cirkelvormig gebak met vulling (vlaoj, flaaj, tabbeschaas?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20730 |
vlaai met deegdeksel |
toeslag:
toeschlaag (Q020p Sittard),
toesjlaag (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard)
|
Vla met deksel van deeg (dekselvlaoj, slof, toeslaag?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20731 |
vlaai met reepjes deeg |
leddertjesvla:
ludderkesvla (Q020p Sittard),
lödderkesvlaa (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
(laddertjes).
lödderkesvla (Q020p Sittard),
linzentaart:
met vruchtemoes of spijs, waarover in ruitjesvorm reepjes deeg. Het deeg, dat van betere kwaliteit is dan van de vla, wordt daarenboven van kruiden voorzien
linzetaart (Q020p Sittard),
reepjesvla:
reipkesvla (Q020p Sittard),
taart:
taart (Q020p Sittard),
vla mit reepjes:
vla mit reipkes (Q020p Sittard)
|
gebak in de vorm van een vla || Vla waarover kruislings reepjes van deeg zijn gelegd (lödderkesvlaa?) [N 16 (1962)] || vla, waarover in ruitvorm reepjes deeg zijn gelegd
III-2-3
|
20729 |
vlaaienvulling |
spijs:
schpies (Q020p Sittard),
sjpies (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
Hae is de sjpies neit waert: hij is het niet waard, dat je iets voor hem doet
sjpies (Q020p Sittard)
|
moes van vruchten || Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
19602 |
vlaaischotel |
schotel:
sjotel (Q020p Sittard),
vlaaischotel:
flaaischóttel (Q020p Sittard),
vlaschotel:
vlaaschoottel (Q020p Sittard),
vlaaschotel (Q020p Sittard),
vlaasjoo‧tel (Q020p Sittard),
vlaschótel (Q020p Sittard),
vlaschóttel (Q020p Sittard),
vlasjootel (Q020p Sittard),
vlasjotel (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
vlāāsjòtel (Q020p Sittard)
|
schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)]
III-2-1
|