e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lauw weer flauw (weer): flauw wéér (Sittard), laf (weer): laf waer (Sittard), lamlendig weer: lamlendig waer (Sittard), lauw (weer): lauw waer (Sittard), lauw wéér (Sittard), moddelwarm: correct overgenomen  módelwerm (Sittard) loommakend, gezegd van het weer [lui] [N 81 (1980)] || warm noch koud, gezegd van het weer [lauw, voos] [N 81 (1980)] III-4-4
lavendel lavendel: lavewndel (Sittard) lavendel III-2-1
lawaai maken kabaal maken: kabaal make (Sittard), leven maken: lêve make (Sittard) lawaai maken [SGV (1914)] || lawaai, herrie maken [laweiten, laweit maken, gellen] [N 91 (1982)] III-4-4
lawaai, herrie herrie: herrie (Sittard), laweit: laweit (Sittard), leven: laeve (Sittard), lêve (Sittard) een dooreenmengeling van sterke geluiden [leven, herrie, geweld, lawaai, spektakel, rumoer] [N 91 (1982)] || lawaai [SGV (1914)] || lawaai, herrie III-4-4
lederen pantoffel pantoffel: pantoffele (Sittard), pantoffels (Sittard), slob: sjlobbe (Sittard), sjlòbbe (Sittard) pantoffels, lederen ~, gemakkelijke huisschoenen zonder veters [petoffels, pantoefels, trumpe, sjlutsje, sloffe, sjloebe] [N 24 (1964)] III-1-3
ledikant bed: bêd (Sittard) Verplaatsbaar bed (i.p.v. een bedstee) (bed, krib, ledikant) [N 79 (1979)] III-2-1
leefnet leefnet: lɛ̄fneͅt (Sittard) Het net waarin men vissen die met de hengel zijn gevangen levend kan houden [leefnet, kaar]. [N 88 (1982)] III-3-2
leeftijd, ouderdom leeftijd: laeftiet (Sittard) leeftijd III-2-2
leeg, gezegd van een noot doof: ideosyncr.  dauf noot (Sittard, ... ), leeg: lééch (Sittard, ... ), voos: ideosyncr.  voots (Sittard, ... ) leeg, gezegd van een noot waar niets in zit (leeg, doof, loos). [N 82 (1981)] I-7, III-2-3
leeg, niets bevattend leeg: laeg (Sittard, ... ), verlaten (ruimte): verlaote (Sittard) leeg (ijdel, ijl, laas) [DC 03 (1934)] || niets bevattende, gezegd van bijv. een fles, een kan, een kopje, een vertrek etc. [leeg, ijdel, ijl] [N 91 (1982)] || waar niemand aanwezig is, leeg [wepel, verlaten] [N 91 (1982)] III-4-4