19076 |
knoest |
kwast:
kwâst (L212a Smakt),
noest:
noest (L212a Smakt)
|
kwast ih hout, noest || kwast, noest
III-4-3
|
19350 |
knorrepot |
knaaierd:
knaojerd (L212a Smakt),
mopperkont:
mopperkoont (L212a Smakt)
|
brombeer, kankeraar etc. || mopperaar
III-1-4
|
34058 |
koe |
koe:
kuu̯ (L212a Smakt)
|
Volwassen vrouwelijk rund, in de regel een rund dat één of meerdere keren gekalfd heeft. Zie afbeelding 5. Op de kaart is het woordtype koe niet opgenomen. [JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 11; Gwn V, 2a; L 1a-m; L 4, 37; L 5, 27b; L 7, 61b; L 14, 26 en 88; L 20, 11; L 27, 5 en 57; L 29, 44; L 38, 44; L 40, 21b; L 44, 16, 21a en 39; R 12, 29; R (s]
I-11
|
34124 |
koe met hellend kruis |
hangkont:
háŋkōnt (L212a Smakt)
|
[N 3A, 145a; monogr.]
I-11
|
34213 |
koeherder |
koeherd:
kuwhart (L212a Smakt)
|
Zie ook het lemma ''koewachter, veeknecht'' (1.3.14) in wld I.6, blz. 23-25. [N 3A, 12b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
32568 |
koekenhort, vlaaienhort |
koekhortje:
kūkhø̜rtjǝ (L212a Smakt)
|
Doorgaans van witte wissen gevlochten onderzetter, waarop vers gebakken vlaaien of pannenkoeken worden gelegd om af te koelen. [N 40, 97; N 40, 118; N 40, add.; L 1u, 100; L 1a-m; L 35, 107; monogr.]
II-12
|
19407 |
koekenpan |
koekenpan:
Alle dinger hebbe twieë hândsvatter, behalve enne pestoeërsho‰d en \'n ko‰kepan. \'t Ieën hit \'r driej en \'t ânder már ieën
koēkepan (L212a Smakt)
|
koekepan
III-2-1
|
20750 |
koekje |
knapkoek:
t Is már enne knápko‰k: het stelt niet veel voor
knápkoēk (L212a Smakt),
mopje:
liedje klein kind Kóm mien möpke, spuit n möpke dan kriede n möpke: Kom mijn kind, speel een liedje dan krijg je een koekje
möpke (L212a Smakt)
|
knapkoek, dunne knapperige en besuikerde (aanvankelijk ruitvormig, later ronde) koek als lekkernij || koekje
III-2-3
|
19747 |
koelkast |
ijskast:
ieskâs(t) (L212a Smakt)
|
ijskast
III-2-1
|
20864 |
koffie |
koffie:
koffie (L212a Smakt),
As dén/die zó lang as stòm was, kòs dén/die uut de schow koffie dreenke: gezegde voor iemand die zeer dom is Genne zËvere koffie zien: niet geheel in orde zijn
koffie (L212a Smakt),
troost:
truəst (L212a Smakt)
|
fig. voor koffie || koffie || uit koffie bereide drank
III-2-3
|