e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
slaan houwen: hou dich om dien aöre (Stein), houwen (Stein), how dich om d`n oren (Stein), slaan: bonṭj ɛn blāuw gəslāgə (Stein), slaon (Stein), sloan (Stein), slon dich om din hören (Stein) bont en blauw geslagen [RND] || ik sla je (met de potlepel) om je oren [DC 03 (1934)] || slaan [DC 02 (1932)] III-1-2
slaap slaap: slaep (Stein), sloap (Stein) Slaap: de behoefte aan volkomen rust van de zintuigen en het bewust zijn (slaap, vaak). [N 84 (1981)] III-1-2
slaapmuts slaapmuts: slaopmuts (Stein) slaapmuts [pietermöts [N 25 (1964)] III-1-3
slabbetje, spuugdoekje slabberlapje: slabberlepke (Stein), zeverlapje: zeiverlepke (Stein) slabje, morsdoekje voor kinderen [slabbertje, slabberlepke, zeiverlepke, slepke, bavet(sje) [N 25 (1964)] III-2-2
slag klats: klats (Stein), slag: slaag (Stein, ... ), veeg: vêêg (Stein), wats: watjs (Stein), watsj (Stein) Klap. Hij gaf me een klap op mijn schouders. [DC 17 (1949)] || Oorveeg: slag om de oren (raps, oorveeg, opneuker, mot, blamot, appelvlink, sabelets, pees, lap, draai, laps, klap, lek, konkel, fleer, hababbel). [N 84 (1981)] || Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)] || Slag, klap: een slaande beweging met het doel om te treffen (gleer, smijt, klets, wiks, batter, bats, veeg, ketter, maai). [N 84 (1981)] III-1-2
slagboom slagboom: šlāgboǝm (Stein) Een toegangshek in de vorm van een enkele boom die om een paal draait, aangebracht in een omheining of op een dam in een sloot bijvoorbeeld. [A 25, 5b; L 19B, 6; monogr.] I-8
slagknop knop: knop (Stein) De hardhouten of ijzeren knop op sommige schaven die dient om de schaafbeitel en keerbeitel fijner af te stellen en de schaafspie los te slaan. Zie ook afb. 31f. [N 53, 54e] II-12
slaglat slaglat: slāxlat (Stein) Boven op de stijl van de vleugel wordt soms een deklat gespijkerd. Met behulp van deze lat wordt de naad tussen beide vleugels afgedekt en verkrijgt men een betere afsluiting tegen de wind. [N 55, 45b] II-9
slak slak: slek (Stein) slak [DC 17 (1949)] III-4-2
slakkenhuis slakkenhuisje: slekkenhuuske (Stein) slakkenhuis [DC 17 (1949)] III-4-2