e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stein

Overzicht

Gevonden: 5275
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borrel drupje: drūpke (Stein), dröpke (Stein, ... ) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] III-2-3
borrelen (van water) bobbelen: boabelen (Stein), borrelen: borrelen (Stein, ... ), koken: køͅke (Stein), opborrelen: opborrelen (Stein), pruttelen: pruttelen (Stein) bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borst borst: bǫrs (Stein), bǫrst (Stein) Bij houtverbindingen, het eindvlak dat ontstaat wanneer er een pen of keep aan het stuk hout wordt gezaagd. Zie ook afb. 128. Een borst kan rechthoekig of schuin zijn uitgevoerd. [N 54, 42b] || Elk van de korte, zware balken door de askop, waaraan lange dunne balken met daaraan de hekwerken, bevestigd worden. Zie ook afb. 36 en 37. [N O, 1d; A 42A, 61; Sche 31] II-12, II-3
borst inwerken dresseren: dręsērǝ (Stein), modelleren: modelleren (Stein) Elk van de voorpanden van het colbert van kunstmatige borstwelving voorzien. Dit gebeurt door het aanbrengen van voeringdelen, de binnenvulling, het maken van figuurnaden, suçons, in panden en vulling en het in vorm strijken, dresseren, van de panden (Papenhuyzen III, pag 22-29). [N 59, 111; N 59, 113] II-7
borstel schuurborstel: sjoerbeustel (Stein) schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)] III-2-1
borstelig haar borstelig haar: bostelig hoar (Stein) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borstkas borstkas: boistkas (Stein), bôrstkas (Stein) Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)] III-1-1
borstlamp borstlamp: borstlamp (Stein  [(Maurits)]   [Maurits]) Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.] II-5
borstrok stoep: sjtup (Stein) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) stoep: sjtup (Stein) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3