20563 |
borrel |
drupje:
drūpke (Q015p Stein),
dröpke (Q015p Stein, ...
Q015p Stein)
|
borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24981 |
borrelen (van water) |
bobbelen:
boabelen (Q015p Stein),
borrelen:
borrelen (Q015p Stein, ...
Q015p Stein),
koken:
køͅke (Q015p Stein),
opborrelen:
opborrelen (Q015p Stein),
pruttelen:
pruttelen (Q015p Stein)
|
bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
26141 |
borst |
borst:
bǫrs (Q015p Stein),
bǫrst (Q015p Stein)
|
Bij houtverbindingen, het eindvlak dat ontstaat wanneer er een pen of keep aan het stuk hout wordt gezaagd. Zie ook afb. 128. Een borst kan rechthoekig of schuin zijn uitgevoerd. [N 54, 42b] || Elk van de korte, zware balken door de askop, waaraan lange dunne balken met daaraan de hekwerken, bevestigd worden. Zie ook afb. 36 en 37. [N O, 1d; A 42A, 61; Sche 31]
II-12, II-3
|
29043 |
borst inwerken |
dresseren:
dręsērǝ (Q015p Stein),
modelleren:
modelleren (Q015p Stein)
|
Elk van de voorpanden van het colbert van kunstmatige borstwelving voorzien. Dit gebeurt door het aanbrengen van voeringdelen, de binnenvulling, het maken van figuurnaden, suçons, in panden en vulling en het in vorm strijken, dresseren, van de panden (Papenhuyzen III, pag 22-29). [N 59, 111; N 59, 113]
II-7
|
19497 |
borstel |
schuurborstel:
sjoerbeustel (Q015p Stein)
|
schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
17578 |
borstelig haar |
borstelig haar:
bostelig hoar (Q015p Stein)
|
borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17765 |
borstkas |
borstkas:
boistkas (Q015p Stein),
bôrstkas (Q015p Stein)
|
Borst(kas): het voorste deel van het menselijk lichaam tussen hals en middenrif (borst, borstkas, kluter). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
28219 |
borstlamp |
borstlamp:
borstlamp (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Lamp die op de borst wordt gedragen. Volgens de invuller uit Q 15 was de borstlamp incidenteel bestemd voor de hoofdleiding (ingenieur, inspecteur, chef-ondergronds). De lamp had een systeem waarmee men kon aflichten, d.w.z. controleren op mijngas. Uit de opgave "mijnmeterslamp" van de respondent uit Q 21 blijkt dat de lamp ook door deze beroepsgroep werd gebruikt. [N 95, 261; monogr.]
II-5
|
18400 |
borstrok |
stoep:
sjtup (Q015p Stein)
|
borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18603 |
borstrok (voor mannen) |
stoep:
sjtup (Q015p Stein)
|
borstrok voor mannen [N 25 (1964)]
III-1-3
|