17645 |
heup |
heup:
heup (P058p Stevoort)
|
de heup (zijde van het lichaam) [ZND 26 (1937)]
III-1-1
|
33704 |
heuvel |
heuvel:
hø̄vǝl (P058p Stevoort)
|
Een kleine verhevenheid in het landschap. [L 34, 22]
I-8
|
24912 |
heuvel, kleine hoogte |
heuvel:
innen heuvel (P058p Stevoort),
hoogte:
waa ⁄n huugde! (P058p Stevoort)
|
heuvel [ZND 34 (1940)] || wat een hoogte! [ZND 27 (1938)]
III-4-4
|
17776 |
hiel |
vers:
vas (P058p Stevoort, ...
P058p Stevoort)
|
hoe heet het achterdeel van de voet (fr. talon) [ZND 29 (1938)]
III-1-1
|
20329 |
hij aardt naar zijn vader |
hij aardt naar zijn vader:
heeje aoət nə zə voədər (P058p Stevoort)
|
naar zijn vader aarden; hij aardt naar zijn vader [ZND 19 (1936)]
III-2-2
|
18012 |
hijgen |
kuimen:
kø̜̄mǝ (P058p Stevoort)
|
[JG 1a, 1b]
I-11
|
22777 |
hinkelblokje |
hinkblok:
heenkblok (P058p Stevoort)
|
Hoe heet het stukje hout of steen dat hierbij wordt gebruikt? [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
22774 |
hinkelen |
hinken:
heenken (P058p Stevoort),
hinken (P058p Stevoort)
|
Hoe heet het kinderspel, waarbij op één been gesprongen wordt? [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
22778 |
hinkelperk: vorm |
boogvenster:
boogvenster (P058p Stevoort),
kruis:
kruisvorm (P058p Stevoort)
|
Welke vorm heeft het spel dat op de grond wordt getekend? Teken dit op een afzonderlijk blaadje en schrijf de namen van de onderdelen in de vakken. [ZND 27 (1938)]
III-3-2
|
17955 |
hinken |
spanken:
spanken (P058p Stevoort)
|
Hoe heet: op één been springen (van pijn.) ? [ZND 27 (1938)]
III-1-2
|