e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

Gevonden: 1725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flensje koekje: kukske (Steyl) flensje; Hoe noemt U: Een dun pannekoekje, een flensje (struifje, koekje, flensje, broedertje) [N 80 (1980)] III-2-3
flikflooien flikflooien: flikflōēien (Steyl) flikflooien [SGV (1914)] III-1-4
fluim fluim: fluum (Steyl) fluim [SGV (1914)] III-1-2
fluisteren fluisteren: fluustere (Steyl) fluisteren [DC 16 (1948)] III-3-1
fluweel, velours fluweel: flǝwīl (Steyl) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7
framboos framboos: (...)  framboes (Steyl) [DC 13 (1945)] I-7
franje franjel: franjǝl (Steyl), frânjel (Steyl) franje [SGV (1914)] || Randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeengehouden. [N 62, 59; MW; S 9; monogr.] II-7, III-1-3
fris weer ozel (onzalig?): òzel (Steyl) tamelijk koud, gezegd van het weer [koutig] [N 81 (1980)] III-4-4
fruit bewaren muiken: moeke (Steyl) meuken (fruit bewaren) [SGV (1914)] III-2-3
fuik fuik: fūīk (Steyl) fuik [SGV (1914)] III-3-2