e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Steyl

Overzicht

Gevonden: 1725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klonteren klonteren: klüntere (Steyl) klonteren; Hoe noemt U: Tot klonters koken, gezegd van b.v. pap (koeken, klonteren) [N 80 (1980)] III-2-3
kluit aarde kluit: klūt (Steyl) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
kluwen bol: bol (Steyl), kluwen: Meer "bol".  klouwe (Steyl) kluwen [SGV (1914)] III-1-3
kneu heivink: heivink (Steyl) kneu III-4-1
kneuzen blutsen: blutse (Steyl), blütsen (Steyl) blutsen [SGV (1914)] || Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
knie knie: kneen (Steyl, ... ), knīē (Steyl) knie [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
knieholte hees: hiës (Steyl), iejs (Steyl) knieholte [DC 01 (1931)] III-1-1
knijpen nijpen: niepe (Steyl) nijpen [SGV (1914)] III-1-2
knikker kuls: köls (Steyl), Gewone kleine aarden knikker(s).  kuils(en) (Steyl) knikker [SGV (1914)] || Verschillende soorten knikkers. [BN 03] III-3-2
knikkerkuiltje putje: poetje (Steyl, ... ), (?t o-tje op den grond).  pötje (Steyl), (gat in den grond).  poetje (Steyl) benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Een holletje in de grond, door de kinderen gebruikt bij het knikkeren? [DC 21 (1952)] III-3-2