21548 |
openbare verkoop |
koopdag:
ps. omgespeld volgens Frings.
kau̯bdāx (L423p Stokkem),
veiling:
veiling (L423p Stokkem),
verkoop:
vərkaup (L423p Stokkem),
ps. omgespeld volgens Frings.
vərkāu̯p (L423p Stokkem)
|
Hoe heet een openbare verkoping bij opbod? [ZND 41 (1943)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18199 |
openbroek met linten |
snelzeiker:
šneͅlzeͅijkər (L423p Stokkem)
|
vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
31652 |
opgieten |
de pomp opgieten:
da pomp˱ ǫp˲gētǝ (L423p Stokkem),
opgieten:
ǫp˲gētǝ (L423p Stokkem),
opschudden:
ǫpšødǝ (L423p Stokkem)
|
Water in de pomp gieten om deze op gang te krijgen als de kleppen etc. niet goed afsluiten. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛlens zijnɛ.' [N 64, 135b; N 66, 51b; monogr.]
II-11
|
34480 |
opgroeiend jong kipje |
pul:
pøl (L423p Stokkem),
pulletje:
pø̜lkǝ (L423p Stokkem)
|
Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c]
I-12
|
31500 |
ophaler |
doorslag:
dōrslāx (L423p Stokkem)
|
Metalen staaf met een vlakke baan met in het midden een uitholling die over de klinknagel past. De ophaler dient om de rand van het gat van de aaneen te klinken delen vlak te slaan waardoor deze tegen elkaar aan komen te liggen. Zie ook afb. 180a. [N 33, 321; N 64, 74b; N 66, 20b]
II-11
|
18218 |
ophanger |
snoertje:
snørkə (L423p Stokkem),
stropje:
strøpkə (L423p Stokkem)
|
Lintje. Hoe heet het lintje of snoer om een jas op te hangen? [ZND 37 (1941)]
III-1-3
|
19293 |
ophitsen |
op-schwnzen (< du.):
opzwense (L423p Stokkem)
|
ophitsen
III-1-4
|
25150 |
opklaren |
opklaren:
opklaore
oͅpklōͅrə (L423p Stokkem),
optrekken:
optrekke
oͅptrēͅkə (L423p Stokkem)
|
opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21275 |
opmaken |
opmaken:
gaelṣ opma.kə (L423p Stokkem)
|
geld opdoen (opmaken) [RND]
III-3-1
|
19235 |
opnieuw beginnen |
herbeginnen:
eͅrbəgeͅnə (L423p Stokkem),
opnieuw beginnen:
oͅpnouts bəgeͅnə (L423p Stokkem)
|
opnieuw beginnen: veel dialecten kennen nog andere woorden dan opnieuw [ZND 40 (1942)]
III-1-4
|