e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stokkem

Overzicht

Gevonden: 4071
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
diarree aan de/het schijt: ān dǝ šit (Stokkem) Buikloop. Te dunne ontlasting, meestal veroorzaakt door een min of meer ernstige ontsteking van de darmen. Zie ook het lemma ''diarree'' in wbd I.3, blz. 472-474. [N 3A, 91, 99; A 48A, 52; monogr.] I-11
diarree hebben aan de schijt (zijn): ān dǝ sxīt (Stokkem) Te dunne ontlasting hebben, buikloop. [N 76, 51b; N 76, 51a] I-12
dief dief: dēf (Stokkem), schelm: sɛ̞lm (Stokkem) dief [ZND 23 (1937)], [ZND m] III-3-1
diep diep: dēp (Stokkem) In dit lemma worden de plaatselijke varianten gegeven van het woord diep, voorzover dat - evenals de termen voor het tegengestelde begrip (zie het lemma ondiep) - gebruikt wordt of kan worden in verbinding met een werkwoord voor "ploegen". Voor het begrip "diep ploegen (vóór het zaaien)" kent men in bepaalde streken een speciale term waarin het woord diep niet voorkomt. Daarvoor zie men het volgende lemma [JG 1a + 1b; N 11, 39 + 42b + 46; N 11A, 107a + 108a; L 23, 8a; A 20, 1b; A 27, 24b; monogr.] I-1
dier, beest beest: bieëst (Stokkem), ook in ZND 23, 009  biəz (Stokkem), dier: deer (Stokkem) beest [Willems (1885)] || dier [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)] III-4-2
dij bats: Betekent ook bil.  bats (Stokkem), bil: bil (Stokkem) dij [ZND m] || Hoe heet het been boven de knie ? [ZND 23 (1937)] III-1-1
dikke boterham smouer: sjmouer, thans ingetrokken, niet meer gebruikt (= boterham - zonder bijbetekenis).  sjmouer (Stokkem) Een dikke boterham (sjmouer, sjmouel?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke snee brood richel: richel (Stokkem) dikke snede brood III-2-3
dikke want pij: pijə (Stokkem) wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)] III-1-3
dikke wollen sjaal sjaal: ša.l (Stokkem) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] III-1-3