e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Stramproy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
meid, dienstmeid maagd: māxt (Stramproy) Meid is een noordelijke vorm, een samentrekking uit maged, maagd. Kok en keukense slaan op de keukenmeid. Dienstbode is een expansie uit de (Noord-)Nederlandse standaardtaal. [L 1, a-m; L 1u, 156; L 38, 10; RND 118; R 12, 30; S 6 en 23; Wi 6; monogr.] I-6
meidoorn doornheg: =doornenhaag de meidoornhaag komt hier weinig voor (...)  deure heg (Stramproy) meidoorn [DC 13 (1945)] III-4-3
meikever pieterkever: pieətərkaivər (Stramproy) meikever, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
meisje dribbeltje: kinderen van 3 - 6 jaar; cf. WNT s.v. "dribbelen"1) Met kleine, vlugge passen gaan"...  drubbelke (Stramproy), maagdje: vgl. lexicale var. "megdje  mèègtje (Stramproy), meidje: meedje (Stramproy) (meisje;) Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden? [DC 05 (1937)] || meisje; (Zijn er verschillende namen voor kinderen van verschillende leeftijden?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie een jongen verkering heeft liefste: leefste (Stramproy), maagdje: vgl. lex.var. "megdje  mègtje (Stramproy), meid: meid (Stramproy, ... ) Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft? (Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisje met wie men verloofd is aanstaande: aanstaonde (Stramproy) Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] III-2-2
meisjesonderbroek? onderboks voor maagdjes: ongerboks veur maigtjes (Stramproy) Onderbroek voor meisjes. [DC 62 (1987)] III-1-3
meisjesondergoed ondergoed voor maagdjes: ongergood veur maigtjes (Stramproy) Ondergoed voor meisjes. [DC 62 (1987)] III-1-3
melk melk: męlk (Stramproy), mɛlk (Stramproy), mɛlǝk (Stramproy) De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11
melk van het paard paardsmelk: pē̜rsme̜lǝk (Stramproy) De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57] I-9