25067 |
aandeel, part |
deel:
dèjl (L432p Susteren),
partie (fr.):
partie (L432p Susteren)
|
het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19268 |
aandringen |
aandringen:
aandringe (L432p Susteren)
|
met klem trachten gedaan te krijgen, met drang onder de aandacht brengen [prossen, aandringen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21470 |
aangeven, verklikken |
aandragen:
ààndrààgə (L432p Susteren),
aangeven:
aangeve (L432p Susteren),
ààngéévə (L432p Susteren),
verklikken:
verklikke (L432p Susteren)
|
een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
19975 |
aanhitsen |
aankissen:
WBD/WLD
àànkĭĕsjə (L432p Susteren),
kissen:
ideosyncr.
kiche (L432p Susteren)
|
Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
17926 |
aanhoudend bepoetelen |
handvollen:
hanfele (L432p Susteren)
|
aanhoudend in de handen nemen [haffele, verhandvollen] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18883 |
aanhoudend klagen |
zeveren:
zeivere (L432p Susteren)
|
aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25243 |
aanhoudend regenen |
knoeien:
Nb. de a is lang.
knāwje (L432p Susteren)
|
voortdurend regenen [knoeien] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
21847 |
aanhoudend vragen |
aanhouden:
aanhauwte (L432p Susteren),
doordraven:
doordrave (L432p Susteren),
tempteren:
Van Dale: tempteren, in verzoeking brengen, kwellen.
tàmteerə (L432p Susteren),
zaniken:
zanike (L432p Susteren),
zàànikkə (L432p Susteren)
|
aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21707 |
aankondigingskastje |
kastje:
kèsjkə (L432p Susteren)
|
de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21872 |
aanrekenen |
manen:
Van Dale: IV. manen, 1. (iem.) met aandrang herinneren aan een verplichting, hem opwekken tot het vervullen ervan, m.n. tot betaling.
màànə (L432p Susteren)
|
betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)]
III-3-1
|