22090 |
duivenslag |
klep:
klęp (L432p Susteren)
|
Het platform op het dak of tegen de gevel vóór de toegang tot het duivenhok, waarop de duiven aanvliegen en neerstrijken. Doorgaans is het platform niet meer dan een plank, soms heeft het de vorm van een huisje met een dak. In een enkel geval is de betekenis van de opgegeven term beperkt tot het (getraliede) valdeurtje dat men kan verstellen voor in- en uitvliegen; deze gevallen zijn telkens in het lemma vermeld. In kaart 52 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie ook afbeelding 17 bij het lemma "duivenhok" (3.4.7). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 9b; monogr.]
I-6
|
24141 |
duivin, vrouwelijke duif |
zij:
ziej (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
ziĕ (L432p Susteren)
|
duif, wijfje [ZND 18 (1935)] || een vrouwelijke duif (duivinne, wijfje) [N 83 (1981)] || wijfjesduif [SGV (1914)]
III-4-1
|
18006 |
duizelig |
dol:
dulle (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
verduizeld:
vērdūzelt (L432p Susteren)
|
duizelig [SGV (1914)] || duizelig [locht, deuzig, duizig, dol, zat] [N 10a (1961)] || Duizeling: draaierigheid, leeg gevoel in het hoofd (suizeling, duizeling, zwindel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18008 |
duizeling, duizeligheid |
duizeling:
dūūzəling (L432p Susteren)
|
Duizeling: draaierigheid, leeg gevoel in het hoofd (suizeling, duizeling, zwindel). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24312 |
duizendpoot |
duizendpoot:
doezendpoêt (L432p Susteren)
|
duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
20045 |
duizendschoon |
jonkertje:
-
junkerke (L432p Susteren),
trosje:
-
troŭskes (L432p Susteren)
|
duizendschoon (Dianthus barbatus L.)
III-2-1
|
21794 |
dulden |
goed kunnen hebben:
goot höbbe kónne (L432p Susteren),
uitstaan:
ōētsjtaon (L432p Susteren)
|
iemand dulden in zijn nabijheid, het kunnen uithouden [luchten, uithouden, uitstaan] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18685 |
dunne sjaal |
sjaaltje:
sjèlke (L432p Susteren)
|
sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18332 |
dunne zijden dameskous |
vrouwluihoos:
vrouwluhaoze (L432p Susteren)
|
dameskousen, dunne zijden ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18333 |
dunne zwarte rouwkous |
rouwhoos:
rouwhaoze (L432p Susteren)
|
kousen, dunne zwarte ~ gedragen in de rouwtijd [N 24 (1964)]
III-1-3
|