| 33943 |
wolfsgebit, gebroken gebit |
schaar:
šēr (L331p Swalmen),
trens:
trɛ̄ns (L331p Swalmen)
|
Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43]
I-10
|
| 24776 |
wolfskers |
nachtegaal:
WLD
nagtegaal (L331p Swalmen)
|
Wolfskers (atropa belladonna). Plant uit bosrijke bergstreken, als artsenij-gewas gekweekt en soms verwilderd. De bladeren zijn gaafrandig met 1 tot 3, meestal enigszins overhangende, paarsachtig bruine bloemen in de oksels. De bessen zijn zwart en zeer g [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 25210 |
wolkenbank |
bank:
bank (L331p Swalmen),
streep:
sjtreep (L331p Swalmen)
|
lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 24697 |
wollegras |
pluisgras:
plūūsgraas (L331p Swalmen),
wolgras:
WLD
wolgraas (L331p Swalmen)
|
Wollegras (eriophorum 20 tot 60 cm grote plant. De plant is dicht zodevormig, naar de top driekantig; aartjes 3-5; de vruchten hebben een lange, witte, wollige pluis. Bloeitijd in april en mei. Algemeen (veenvlok, pluisje, lok, vlok). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 18614 |
wollen muts (kinderen) |
muts:
möts (L331p Swalmen)
|
muts van wol (gebreid) voor kinderen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
| 18132 |
wonde |
wonde:
wônj (L331p Swalmen),
wôonj (L331p Swalmen)
|
Wond: letsel, kwetsuur (blessure, wats, gorre). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 23337 |
wonder |
wonder:
wonjər (L331p Swalmen)
|
wonder [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 19835 |
wonen |
huizen:
hoezə (L331p Swalmen),
wonen:
wone (L331p Swalmen),
woonə (L331p Swalmen),
wôône (L331p Swalmen)
|
een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] || huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)]
III-2-1, III-4-1
|
| 22722 |
woonwagen |
woonwagen:
woonwage (L331p Swalmen),
wôonwaage (L331p Swalmen)
|
De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 21267 |
woord |
woord:
wo:rt (L331p Swalmen),
woord (L331p Swalmen)
|
woord [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|