e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gemalen, niet gezuiverd graan ongebuild meel: ongǝbȳlt mē̜l (Tegelen), ongebuild meel met de kleien: ongǝbȳlt mē̜l męt dǝ klejǝ (Tegelen) De inhoud van het lemma beantwoordt niet in alle gevallen duidelijk aan het lemma-opschrift. Er is een groep woordtypen die een algemene benaming geeft, een tweede groep duidt op "gemalen, niet gezuiverd graan", een derde duidt een bepaald soort ongezuiverd meel aan en de vierde groep geeft aan dat dit graan voor veevoer wordt bestemd of dat dit afval is. [N 29, 14a] II-1
gemaskerd persoon mommegezicht: mômmegezich (Tegelen), vastelavondsgek: vastelaovesgek (Tegelen) Gemaskerde tijdens de carnavalsdagen. || n Met vastenavond verkleed persoon. III-3-2
gemaskerd persoon add. uitschobben: 1. Iemand n uitbrander geven;  oetsjoebbe (Tegelen) 2. z. toel. III-3-2
gemeenteweide gemeentswei: gǝmeŋkswęi̯ (Tegelen) Weiland dat eigendom is van de gemeente. Een woordtype als vrijwei duidt erop dat men hier als kleine of arme boer zijn koeien vrij kon laten grazen. De informanten van Horn (L 325) en Maasbracht (L 377) zeggen echter dat men eertijds op gemeentewei de koeien kon laten grazen tegen een jaarlijkse vergoeding. [N 14, 60; A 10, 4; N 18, add.; monogr.] I-8
gemene vrouw canaille (fr.): kernaa’lie (Tegelen), fots: fôts (Tegelen), streng van een vroumens: sjtreen van een vroumes (Tegelen), veeg: vaeg (Tegelen) brutale, kwaadaardige vrouw || kwaadaardig vrouwspersoon || kwaadaardige, onhebbelijke vrouw, feeks III-1-4
generale biecht biecht: biech (Tegelen) Een algemene of generale biecht, vaak bij missie en retraite [jeneraalbiech]. [N 96D (1989)] III-3-3
geraamte gebeente: gebeinte (Tegelen), geraamsel: geraemsel (Tegelen), gerèèmsel (Tegelen), geraamte: geraemte (Tegelen), geraomte (Tegelen), skelet: skelet (Tegelen) geraamte [N 10a (1961)] III-1-1
gereed klaar: klaor (Tegelen, ... ), vaardig: vaer’dig (Tegelen) gereed, klaar [DC 03 (1934)] || klaar, gereed || klaar: Als je - bent mag je gaan spelen [DC 35 (1963)] III-1-4
gereedschap waarmee men de darmen schoonmaakt houten kraan: houten kraan (Tegelen) Behalve de voorafgenoemde gereedschappen ''mes'', ''lepel'', ''balein'' en ''(haar)speld'' (zie de desbetreffende lemmata) gebruikt men nog verschillende andere middelen om de darmen schoon te maken. In ieder geval moeten de voorwerpen bot zijn, omdat een scherp gereedschap de darm gemakkelijk zal beschadigen. [N 28, 118] II-1
gereedschap waarmee men invet lap: lap (Tegelen) De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b] II-1