e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luchtbel bel: bɛl (Tegelen) De luchtbel in de vloeistof van de waterpas. [N 30, 12b; monogr.] II-9
luchtpijpen luchtpijpen: lochpiep (Tegelen), loo.chpiepe (Tegelen), lòchpiepe (Tegelen), lógpiepe (Tegelen) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: lŏŏch (Tegelen), Algemene opmerking: lijst grotendeels omgespeld volgens IPA!  loch (Tegelen), Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  loch (Tegelen, ... ), lŏŏg (Tegelen) lucht [DC 03 (1934)] III-4-4
lucifer spaantje: vero  špiənkəs (Tegelen), vlimpje: fliemke (Tegelen), zwegelstekje: žwēͅgəlštɛkskə (Tegelen), zwegeltje: schweigelke (Tegelen), žwēͅgəlkə (Tegelen), zwiempje: zwiemke (Tegelen) Hoe noemt men het houtje, waarmee men vuur kan maken en dat in het Nederl. lucifer wordt genoemd? [DC 30 (1958)] || lucifer || lucifers III-2-1
lui (lieden) lui: lŭŭj (Tegelen), mensen: minsə (Tegelen), minsən (Tegelen) lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] || mensen [RND] || volk [RND] III-3-1
luid schreien beuken: bäoke (Tegelen) luid en vervelend schreien III-1-4
luiden luiden: de klok luujen (Tegelen), luuje (Tegelen, ... ) Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luiden voor de mis luiden: luuje (Tegelen, ... ) De klok luiden vóór de aanvang van de doordeweekse mis(sen). [N 96A (1989)] || Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] III-3-3
luiden voor een begrafenis het luidt, er wordt iemand begraven: et luut der wuurt eemes begrave (Tegelen), uitluiden: et oetluuje (Tegelen) Het luiden bij de begrafenis [t loet tsóm jraaf?]. [N 96A (1989)] III-3-3
luier luier: (nu)  luier (Tegelen), windel: (verouderd)  wingel (Tegelen) luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)] III-2-2