e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tegelen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlagen afslaan: aafsjlaon (Tegelen), afzetten: aafzette (Tegelen), zakken: Opm. de ie (van "prieze") gerekt uitspreken.  de prieze zien gezak (Tegelen) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen bang: bang (Tegelen), beschaamd: besjaamt (Tegelen), bleu: bluu:e (Tegelen), bluuj (Tegelen), bluuje (Tegelen, ... ), blūūi (Tegelen), (bluu-e).  blue (Tegelen), schouw: sjou:w (Tegelen), sjouw (Tegelen, ... ), verlegen: verlaege (Tegelen, ... ), verlèège (Tegelen) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verlegen (zijn) bleu: bluë (Tegelen) verlegen III-1-4
verliezen verlieren: verleere (Tegelen, ... ), verleére (Tegelen, ... ) verliezen [DC 38 (1964)] || Verliezen. III-3-1, III-3-2
verlopen omlopen: (de koe is) ø̜mgǝlǫu̯pǝ (Tegelen) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
verlopen van de zaag lopen: lǫwpǝ (Tegelen) Bij het zagen afwijken van de lijn die gevolgd moet worden. De zaag gaat afwijken als de tanden ervan niet goed gezet zijn. [N 50, 43b; N 53, 28a; N 75, 118b] II-12
vermolmd hout daar zit de olm in: dǭ zet ˲dǝn ǫlm en (Tegelen), vergaan hout: vǝrgǭn hǫlt (Tegelen), vergangen hout: vǝrgaŋǝ hǫlt (Tegelen), vermolmd hout: vǝrmolm(p)t hǫlt (Tegelen) Hout dat tot molm is overgegaan. Vermolmd hout ontstaat onder meer door verdroging, verrotting, insekten, houtworm en ziektes. [N E , 5] II-12
verpachte banken gepachte banken: gepagde benk (Tegelen), verpachte plaatsen: verpachte plaatsen (Tegelen), verpagde plaatse (Tegelen) De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)] III-3-3
verpieteren vertossen: vertôs’se (Tegelen), verzaw’weld (Tegelen), verzauweld: verzaw’weld (Tegelen) het onsmakelijk worden van koffie of thee, door koud worden of te lang staan || het onsmakelijk worden van middageten, door koud worden of te lang staan || warme spijzen te lang op het vuur hebben staan, zodat het smakelijke ervan verloren gaat III-2-3
verplichte feestdag verplichte feestdag: verplichte fieesdaag (Tegelen) Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)] III-3-3