| 21624 |
zilvergeld |
zilvergeld:
Opm. gouden geldstukken: goldgeld.
zilvergeld (L270p Tegelen)
|
zilveren geldstukken [N 21 (1963)]
III-3-1
|
| 22771 |
zingen |
slaan:
wwvorm. sloeg; slaan ve vogel: met bepaalde regelmaat fluiten
sloog (L270p Tegelen),
timmeren:
het geluid dat mussen maken (sic)
tummere (L270p Tegelen)
|
zingen
III-4-1
|
| 23502 |
zingende mis |
mis met liedjes:
mis met liedjes (L270p Tegelen)
|
Een mis waarin de gelovigen geestelijke liederen zingen [zingende mis, zingmès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 27205 |
zinkput |
konkel:
køŋkǝl (L270p Tegelen)
|
Laagste punt in de kleiput, waarin het water samenstroomt. [monogr.]
II-8
|
| 34083 |
zitbeenderen |
zitknoken:
zetknø̜̄k (L270p Tegelen)
|
Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c]
I-11
|
| 18198 |
zitvlak van een broek |
bodem:
baom (L270p Tegelen, ...
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen),
boksenbodem:
bòksebaom (L270p Tegelen),
bóksebaom (L270p Tegelen),
bôksebaom (L270p Tegelen)
|
kruis in de broek || zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 33721 |
zoden afsteken |
afsteken:
āfštē̜kǝ (L270p Tegelen),
houwen:
hǫwǝ (L270p Tegelen),
steken:
štē̜kǝ (L270p Tegelen)
|
Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b]
I-8
|
| 20828 |
zoethout |
zoethout:
bestanddeel voor de bereiding van drop
zeut’holt (L270p Tegelen)
|
staafje van de wortelstok van een in Zuid-Europa groeiende heester
III-2-3
|
| 25648 |
zoetstof voor peperkoek |
honing:
honing (L270p Tegelen),
massé:
masē (L270p Tegelen)
|
De diverse zoetstoffen die in het peperkoekdeeg verwerkt worden. Inhoudelijk zijn het verschillende zaken. Vergelijk het lemma ''zoetstof voor taai-taai''. [N 29, 88b]
II-1
|
| 25644 |
zoetstof voor taai-taai |
basterdsuiker:
basterdsuiker (L270p Tegelen),
honing:
honing (L270p Tegelen),
kunsthoning:
kunsthoning (L270p Tegelen),
speciale gelei:
speciale gelei (L270p Tegelen)
|
De diverse zoetstoffen die in het taai-taaideeg verwerkt worden. Inhoudelijk zijn het verschillende zaken. [N 29, 87b; N 29, 87; N 29, 87a; N 29, 88]
II-1
|