e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tervant

Overzicht

Gevonden: 164

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jong en kaal vogeltje vogeltje: vø͂ͅgəlkə (Tervant, ... ) vogeltje [ZND 04 (1924)] III-4-1
jong varken baggen (mv.): bage (Tervant) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jood jood: jōͅt (Tervant) jood [ZND m] III-3-1
kam kam: kamp (Tervant) kam (enkelvoud - meervoud) [ZND m] III-1-3
kiel kiel: kīl (Tervant) kiel [ZND m] III-1-3
kippenveer pluim: plai̯m (Tervant) [L 5, 49; Vld.; monogr.] I-12
kleerkist, kleerkoffer kist: kest (Tervant) Een houten koffer om (kleeren in te bewaren). [ZND 28 (1938)] III-2-1
kletsen babbelen: Van Dale: babbelen, 1. veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten; (schoolt.) met elkaar praten van leerlingen onder de les; -2. praatjes verkopen, kwaadspreken; -3. keuvelen, gezellig praten; -4. (gew.) uit de school klappen; -5. (in litt. t.) een geluid maken dat aan babbelen doet denken.  babələ (Tervant, ... ), lameren: Van Dale: lameren, (gew.) kletsen, de tijd verbabbelen.  lamērə (Tervant) praten, kletsen [ZND m] III-3-1
knecht, algemeen knecht: knęxt (Tervant) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
knellen pitsen: pitse (Tervant) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2