18080 |
verkoudheid |
kou:
ich hau een kaou op in boasj (Q209p Teuven)
|
Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
21659 |
verlagen |
afslaan:
ps. omgespeld volgens Frings.
deͅs āfxəšlāgə (Q209p Teuven)
|
verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
20576 |
verschaald |
verschaald:
vəršalt (Q209p Teuven)
|
verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
34233 |
verse koe |
versgekalfde:
vē̜jǝsgǝkǫfdǝ (Q209p Teuven)
|
Koe die pas gekalfd heeft en aan een nieuwe melkperiode begint. [N 3A, 60]
I-11
|
18709 |
versierde schouderdoek |
pelerine (<fr.):
peͅlərin (Q209p Teuven, ...
Q209p Teuven)
|
schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal] [N 23 (1964)] || Schouderdoek, versierde ~ door meisjes gedragen in de processie of bij de Plechtige Communie [kardinaal]. [N 23 (1964)]
III-1-3, III-3-3
|
33455 |
versiering op de vertikale paal in een schuurpoort |
garnituur:
garnit(i̯)ø̜r (Q209p Teuven)
|
Op de vertikale paal in een schuurpoort, de losse paal waar de poort tegen gesloten wordt, is een enkele keer een versiering aangebracht, religieuze voorstellingen (bijv. een miskelk), initialen en/of een jaartal. Dit komt echter bijzonder weinig voor. Zie afbeelding 19. [N 5A, 93c]
I-6
|
33394 |
verstelbaar luik boven de varkenstrog |
barreer:
barēr (Q209p Teuven)
|
Boven de varkenstrog bevond zich vaak een verstelbaar voerluik. In L 360 kende men geen luik maar een scherm in de vorm van een rechtopstaande plank. [N 5A, 60e]
I-6
|
21653 |
vervaldag |
vervaldag:
ps. omgespeld volgens Frings.
vərvāldāx (Q209p Teuven)
|
betaaldag, jaarlijkse ~ bij de notaris [bamis?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21665 |
verzetten |
omzetten:
ps. omgespeld volgens Frings.
ømzetə (Q209p Teuven)
|
Betekenis en uitspraak van het werkwoord verzetten i.v.m. koop of verkoop? A.u.b. ook de uitspraak geven. [N 21 (1963)]
III-3-1
|
18277 |
vest |
kamizool (<fr.):
kamezōͅl (Q209p Teuven)
|
herenvest zonder mouwen met knopen [wes, west, weemeske, kolder, kamezool, zjielle, ziep, sentje [N 23 (1964)]
III-1-3
|