e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Teuven

Overzicht

Gevonden: 1237

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beschimmeld beschimmeld: bəšøməlt (Teuven) beschimmeld; Hoe noemt U: Met schimmel bedekt, gezegd van een brood [N 80 (1980)] III-2-3
beschimmelen schimmelen: šømələ (Teuven) Hoe noemt U: Werken van het brood, zodat het schimmelt (spinnen) [N 80 (1980)] III-2-3
beschuit beschuit: 1a-m  beschuut (Teuven) beschuit [ZND 21 (1936)] III-2-3
bestelwagen camionnette (fr.): p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.  camionnette (Teuven) bestelwagen III-3-1
bestendig weer vast (weer): vaz (Teuven), ə vās wēͅr (Teuven) bestendig weer [vaste lucht] [N 22 (1963)] || lucht die vast, bestendig weer betekent [hooilucht, vaste lucht] [N 81 (1980)] III-4-4
betalen betalen: ps. omgespeld volgens Frings.  bətālə (Teuven), overkomen: ps. omgespeld volgens Frings.  øvər kōmə (Teuven) Betalen, over de brug komen [afschieten?] [N 21 (1963)] III-3-1
betrekken (lucht) betrekken: bətrikə (Teuven), gaan regenen: ət xeͅt reͅnə (Teuven), zich gaan betrekken: də lu(w)ət xeͅt səx bətreͅkə (Teuven) dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] || eerst helder zijn, maar daarna dreigen te gaan regenen, gezegd van het weer [zich berouwen] [N 81 (1980)] III-4-4
beuk beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  beuk (Teuven) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beurs, overrijp te rijp: te riep (Teuven) beurs [ZND 01 (1922)] III-2-3
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal karotenstal: karūǝtǝštāl (Teuven) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6