21904 |
atelier |
werkplaats:
wirkplaats (L374p Thorn, ...
L374p Thorn)
|
de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
33499 |
augurk |
augurk:
ideosyncr.
augurk (L374p Thorn),
WLD
augurk (L374p Thorn)
|
Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)]
I-7
|
23401 |
aureool |
aureool:
auriool (L374p Thorn),
stralenkrans:
straolenkrans (L374p Thorn)
|
De gouden lichtkrans of -kring boven om het hoofd van een heiligenbeeld [aureool, nimbus?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21137 |
auto |
auto:
auto (L374p Thorn, ...
L374p Thorn),
wagen:
waage (L374p Thorn)
|
een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22370 |
autoped |
autoped:
autoped (L374p Thorn),
autopet (L374p Thorn),
/
autopet (L374p Thorn)
|
Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)] || step [SND (2006)]
III-3-2
|
25073 |
averechts, achterstevoren |
verkeerd:
verkeerdj (L374p Thorn)
|
niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23257 |
avondgebed |
avondsgebed:
aovensgebed (L374p Thorn),
aovesgebed (L374p Thorn)
|
Het avondgebed/avondsgebed met gewetensonderzoek [aovendgebed, aovesgebed, aoëvetsjebed?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
20582 |
avondmaal |
avondbrood:
aoventjbrôat (L374p Thorn),
avondeten:
aovəntêtə (L374p Thorn),
s avonds
aovenjt ète (L374p Thorn),
avondsbrood:
aovendsbroad (L374p Thorn)
|
de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 19 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
24445 |
avondspin |
geluksspin:
gelöksspin (L374p Thorn)
|
spin, gelukbrengende ~ die men bij avond op muren ziet zitten [aovendspin] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
23673 |
avondtriduüm |
avondtridum:
aovendjtridium (L374p Thorn)
|
Een godvruchtige oefening op drie achtereenvolgende avonden, avondtriduüm. [N 96B (1989)]
III-3-3
|