28234 |
toevoergalerij |
toevoer:
toevoer (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Galerij die in hoofdzaak wordt gebruikt voor de aanvoer van materiaal. De woordtypen "kopstrek" (Q 117a, 121c), "kopvoie" (K 361), "kopgalerij" (L 417), "kop" (Q 12) en "kopbouveau" (L 286) duiden erop dat de toevoergalerij zich aan het boveneinde van de pijler bevindt. Het woordtype "H.T." (L 265, Q 33) is een afkorting voor "houttoevoer". [N 95, 373; monogr.; N 95, 280 add.]
II-5
|
34444 |
toggenburger |
toggenburger:
tǫgǝnbørgǝr (L374p Thorn)
|
Geitenras, genoemd naar de Zwitserse streek Toggenburg. [N 77, 70]
I-12
|
21215 |
tolboom |
slagboom:
slaagboum (L374p Thorn)
|
de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21381 |
tolgaarder |
tolbaas:
tolbaas (L374p Thorn)
|
de beambte die tol [bijv. bij een brug] in ontvangst moet nemen [brierman, commies, tolbaas, tolgaarder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17859 |
tollen |
rondtollen:
tol neet zoo runjd (L374p Thorn)
|
Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25267 |
ton, maat van 1000 liter |
ton:
ton (L374p Thorn)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 1000 liter [wisse, zak, mud, vat, ton] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19583 |
tondel |
zwam:
zwam (L374p Thorn)
|
ontvlambaar materiaal in de tondeldoos [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19542 |
tondeldoos |
tondeldoos:
tontjeldoas (L374p Thorn)
|
tondeldoos, koperen huls gevuld met licht ontvlambaar materiaal (tintelton, tinteldoos) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
22658 |
toneelspel |
spel:
spel (L374p Thorn),
voorstelling:
v"ərsteͅleŋ (L374p Thorn)
|
Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
17727 |
tonen |
laten zien:
laote zeen (L374p Thorn),
tonen:
tuine (L374p Thorn)
|
tonen [SGV (1914)] || tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)]
III-1-1
|