e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tienray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoek (tussen twee lijnen) hoek: hōēk (Tienray) de ruimte tussen twee rechte lijnen of twee vlakken die elkaar ontmoeten [oord, hoek, winkel] [N 91 (1982)] III-4-4
hoepel bandel: bandel (Tienray, ... ) a) Grote houten of ijzeren ring die met een stokje of een ijzeren haak wordt voortgedreven, zodat hij over de weg voortrolt [hoepel, reep, kuil]. [N 88 (1982)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed, bestaande uit een grote houten of ijzeren ring, die met een stokje, een haak of een oog wordt voortgedreven, zodat hij over de weg rolt? [DC 19 (1951)] III-3-2
hoepelen bandelen: bandele (Tienray) b) Met de hoepel spelen [hoepelen, banden, repen]. [N 88 (1982)] III-3-2
hogen hogen: huuëge (Tienray), ophogen: óphuuëge (Tienray) de eerder geboden som verhogen op een veiling [hogen, een hoog zetten] [N 89 (1982)] || het bedrag waarmee men het bod verhoogt (door bijv. als verkoper mee te bieden) op een veiling [hoog] [N 89 (1982)] III-3-1
hogen, hoogjassen (kaartspel) hogen: huuege (Tienray) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
hom melkkuit: melkkoet (Tienray) hom, mann. viszaad III-4-2
hommel hommel: Veldeke (aangepast)  hómmel (Tienray), mooshommel: klein soort bruine hommel die op de grond woont in een nest van mos en droge halmen  mōshómmel (Tienray) Hoe noemt u een soort bij: groot, breed gebouwd en meestal kleurig behaard (bruinrood of geel) (hommel) [N 83 (1981)] || hommel, soort III-4-2
homp brood homp: hoomp (Tienray) homp; Hoe noemt U: Een dik stuk brood (homp, fomp, facht, hoft, knods, knoft, kreeuw) [N 80 (1980)] III-2-3
homp, brok, klont klont: ps. boven de ó moet nog een lengteteken staan; deze combinatieletter is niet te maken!  klónt (Tienray), kluit: Enne klüt dieëg: een klomp deeg.  klüt (Tienray), knoep: knoep (Tienray) klont, kluit III-4-4
hondsdraf hondsdraf: ± Veldeke uit Nederl.?  hondsdraf (Tienray) Hondsdraf (glechoma hederacea 20 tot 60 cm groot. De stengels zijn kruipend met opgerichte, bloeiende takken; de bladeren zijn rond of niervormig met een hartvormige voet, de bladrand is gekarteld; de bloemen groeien in kransen in de bladoksels, blauwpa [N 92 (1982)] III-4-3