id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19261 | toestemming | goedkeuring: gôêdkeuring (Tienray), verlof: verlof (Tienray) | goedkeuring om iets te mogen doen [toestemming, konsent] [N 85 (1981)] III-1-4 |
19663 | toilet | achter: āxtər (Tienray), bestekamer: bēͅstə kāmər (Tienray), huisje: hyskə (Tienray), schijthuis: sxithys (Tienray) | schijthuis, plat voor W.C. || toilet, w.c. || w.c. || w.c., toilet III-2-1 |
21215 | tolboom | slagboom: Opm. v.d. invuller: tol opgeheven. slagboeëm (Tienray), tolboom: Opm. v.d. invuller: tol opgeheven. tolboeëm (Tienray) | de boom waarmee de weg kan worden afgesloten op de plaats waar men tol moet betalen [barrier, brier] [N 90 (1982)] III-3-1 |
21381 | tolgaarder | tolbaas: tolbaas (Tienray) | de beambte die tol [bijv. bij een brug] in ontvangst moet nemen [brierman, commies, tolbaas, tolgaarder] [N 90 (1982)] III-3-1 |
17859 | tollen | trijzelen: trîêzele (Tienray) | Tollen: draaien als een tol (trijzelen, bollen). [N 84 (1981)] III-1-2 |
19542 | tondeldoos | tondeldoos: tontəlduəs (Tienray) | tondeldoos III-2-1 |
22658 | toneelspel | voorstelling: virstelling (Tienray) | Een voorstelling door een toneelgroep [spel]. [N 90 (1982)] III-3-2 |
17727 | tonen | laten kijken: laote kîêke (Tienray) | tonen: Laten zien, tonen (togen). [N 84 (1981)] III-1-1 |
18231 | tong van een schoen | tong: tóng (Tienray) | een strookje leer tussen de kleppen van een schoen [tong, lipje] [N 86 (1981)] III-1-3 |
21382 | toonbank | toon: teun (Tienray), toonbank: teunbank (Tienray) | de winkeltafel waarop de waren worden getoond of gelegd [toog, toonbank, gaam, bank] [N 89 (1982)] III-3-1 |