e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tongerlo

Overzicht

Gevonden: 1006

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boodschappenmand commissiekalbas: kǝmesikǝlbas (Tongerlo), kalbas: kǝlbas (Tongerlo), korfje: kø̜rfkǝ (Tongerlo) Hengselmand waarmee de boodschappen worden gedaan. [N 20, 50; N 40, 111; N 40, 113; N 40, add.; monogr.] II-12
boog boog: beegske  bōͅg (Tongerlo) Hoe heet een boog dien de kinderen maken van een buigbaren stok en een koord? [ZND 32 (1939)] III-3-2
boon, algemeen boon: bű̄ǝn (Tongerlo) Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23] I-5
borst borst: bǫrst (Tongerlo) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borsttuig borstgetuig: borstgetuig (Tongerlo) Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51] I-10
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt bles: blęs (Tongerlo) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bot bot: bǫt (Tongerlo) Gezegd van één of meer molenstenen. [N O, 34m; Vds 197; Jan 177; Coe 158; Grof 191] II-3
boter boter: būi̯ǝtǝr (Tongerlo), botter: bytǝr (Tongerlo) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  booterram (Tongerlo) boterham [ZND 32 (1939)] III-2-3
boterkuip boterteil: boterteil (Tongerlo) Houten kuipje waarin de boeren de boter wassen. [JG 1c, 2c] I-11