e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lange smalle broekzak boksenschede: bòksesjeij (Tungelroy) langwerpig opgestikt zakje op broek, waarin mes kon worden gestoken. III-1-3
lange spruit lange spruitbalk: laŋǝ sprut˱balǝk (Tungelroy) De langste van de twee spruiten. Zie ook afb. 25 en 26 en de toelichting bij het lemma ɛspruitenɛ.' [N O, 52b; N O, 52a; N O, 51a; monogr; A 42A, 107 add.] II-3
lange tijd toer: toer (Tungelroy) een lange tijdsruimte [toer] [N 91 (1982)] III-4-4
langpootmug langbeen: langbein (Tungelroy), langpoot: langpōēt (Tungelroy), poppenschreur: poppesjruër (Tungelroy) Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] || langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
langwerpig wittebrood mik: mik (Tungelroy), Syst. WBD  mik (Tungelroy) Langwerpig wittebrood (peel?) [N 16 (1962)] III-2-3
langwerpige hoeve lange boerderij: laŋ [boerderij] (Tungelroy), langhuis: laŋkhūs (Tungelroy) Het boerderijtype waarbij het bouwwerk één geheel vormt; woonhuis, stallen en schuur zijn achter elkaar geplaatst onder één langwerpig dak. Navraag naar verschil in boerderijbenaming, wanneer de grote deeldeuren in de korte of achtergevel dan wel in de lange zijgevel zijn geplaatst, leverde slechts in drie plaatsen een positief antwoord op. Zie onder de typen gevelhuis en schuurhuis. Waar de opgave identiek is met de naam voor de boerderij in het algemeen (zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1), ook voor de fonetische documentatie van deze opgaven), is doorgaans aangegeven dat dit het enig voorkomende type is en derhalve geen specifieke naam heeft. De betreffende opgaven zijn wel bij de lemmata 1.2.1 - 1.2.6 opgenomen en staan telkens vooraan in het lemma. Bij het type langhuis is niet goed uit te maken of het om een woordgroep dan wel om een samenstelling gaat. Slechts een enkele keer is het woordaccent aangegeven; dan staat het op de eerste lettergreep. Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 2. [N 4A, 1a en 2a] I-6
langzaam, traag langzaam: langsaam (Tungelroy), lanksum (Tungelroy), lui: lui (Tungelroy), niet vooruit kunnen: (vroetkost-vroetgekostj).  neet vroetkonne (Tungelroy) langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] || langzaam [lui, traag, stil, telijig] [N 91 (1982)] || traag werken, niet uit de voeten kunnen III-4-4
langzamer hou: huu̯ (Tungelroy) Voermansroep om het paard langzamer te doen gaan. [N 8, 95h en 96] I-10
lantaarn lantaarn: lantārə (Tungelroy), lucht: løxt (Tungelroy) lantaarn || licht, ook lantaarn III-2-1
lap lap: lap (Tungelroy, ... ) lap || sterke doek of stof [lap, vel, lel, del] [N 86 (1981)] III-1-3