e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
weekdienst weekdienst: waekdeenst (Tungelroy) Een wekelijkse mis voor een overledene, weekdienst. [N 96B (1989)] III-3-3
weer naar het jaargetijde kroenekranenzomer: Dit is wanneer in de late herfst mooi weer is, zodat de kraanvogels kunnen trekken.  kroene krane zomer (Tungelroy), Kroenekraan = kraanvogel.  kroenekranezoemer (Tungelroy) weer in bepaalde jaargetijden (bijv. [kranenzomer] (zachte nazomer), [bamisweer] (herfstweer) e.d. inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
weerbarstig wars: wairs (Tungelroy), wéérs (Tungelroy) zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)] III-1-4
weerborstel weerborstel: waerborstel (Tungelroy), wéérborstel (Tungelroy), weersborstel: wéérsbèùrstel (Tungelroy) [weerborstel] || valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] III-1-1
weerlichten weerlichten: ⁄t wéérleegtj (Tungelroy), (waerleechdje-gewaerleechtj).  waerleechte (Tungelroy) bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] || bliksemen, weerlichten III-4-4
weerlichtx weerlicht: waerleecht (Tungelroy, ... ), wéérleegtj (Tungelroy), wéérlicht (Tungelroy, ... ), Het is hist = geen vuur, alleen maar gloed.  weerlicht (Tungelroy), lett. weerteken: bijv. regenboog, weerlicht e.d. (waerteikes).  waerteike (Tungelroy) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || bliksemen aan de horizon zodat alleen de weerschijn zichtbaar is zonder dat de donder gehoord wordt [weerlichten, heilichten] [N 81 (1980)] || bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)] || weerlicht || weerlicht waarvan men de eigenlijke straal niet ziet, oplichtend aan de horizon [zeebrand] [N 22 (1963)] III-4-4
weersgesteldheid weer: wèèr (Tungelroy) weer [DC 03 (1934)] III-4-4
wees weeskind: weeskîndj (Tungelroy) wees III-2-2
weesgegroet weesgegroet: wees gegroet (Tungelroy) Het gebed "Weesgegroet Maria", "Ave Maria", groetenis [jejruust zais(t) de Maria]. [N 96B (1989)] III-3-3
weg over het erf hofweg: hōfwēx (Tungelroy) Een weg over het boerenerf, langs of tussen de gebouwen door. Deze weg ontbreekt bij gesloten boerderijen. [N 5A, 75b; N 5, 111] I-8